Van Dale 15.0
Er is een tijd van komen en gaan. Zo ook voor woorden en gezegdes. Sinds dinsdag is de vijftiende editie Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal verkrijgbaar. De vorige editie is inmiddels tien jaar oud en dus was het hoog tijd voor verandering. 2.400 woorden ruimden het veld voor 28.000 nieuwelingen. Niet gek dat deze editie met 4.880 bladzijden de dikste ooit is. Maar hoe wordt bepaald welke woorden thuis horen in een woordenboek en welke eerder een olifant in de porseleinkast zijn? Dat zullen wij jullie eens haarfijn uitleggen.
De splitruiter gaf de schavotspijker wat snuistergeld, want ze was geen oordjedood
Wat deze zin betekent, zal jou een worst wezen. Deze woorden zijn verwijderd uit de Van Dale. Net als astmasigaret en zielgedichtje. Woorden worden geschrapt omdat ze hun relevantie verliezen of omdat niemand ze nog gebruikt. Wel is er een uitzondering op deze regel. De Van Dale wil het Nederlands van de laatste 150 jaar beschrijven, zodat mensen de teksten van honderd jaar geleden nog kunnen begrijpen. Oude woorden als briezelen, kwips en maaltand worden daarom niet verwijderen.
Nieuwkomers
De afgelopen tien jaar zijn er behoorlijk wat nieuwe woorden ontstaan. Naamglossy bijvoorbeeld, een glossy vernoemd naar een bekend persoon zoals de Linda of Wendy. Of zelfscankassa, dataslurpers en beyoncévlieg. Een woord wordt opgenomen in de Van Dale als de redactie dat woord gedurende een lange periode, ongeveer drie jaar, regelmatig aantreft in het algemeen taalgebruik. Woorden die alleen gebruikt worden in een bepaald vakgebied of in bepaalde kringen, worden niet opgenomen. Wel kan je een suggestie doen voor nieuwe woorden.
Maatschappelijke en technologische ontwikkelingen
Nieuwe woorden corresponderen vaak met maatschappelijke of technologische ontwikkelingen en economische trends. Met dank aan de kredietcrisis zijn bijvoorbeeld de woorden bail-out, financiële meltdown, onderwater hypotheek en giftige lening geïntroduceerd. De woorden twitteraar, profielfoto en liken klinken ons al jaren als muziek in de oren, maar staan na tien jaar dan toch echt in de Van Dale.
Het succes van een nieuw woord
Of een woord aanslaat, is vaak afhankelijk van de media, omdat die een groot bereik hebben. Als (bekende) programmamakers of journalisten een woord oppikken en veelvuldig gebruiken, zullen kijkers en lezers dat waarschijnlijk overnemen. Ook als er een nieuw product op de markt komt dat veel mensen graag willen hebben, raakt het woord voor zo’n product snel ingeburgerd.