Necronautenmeisje
ze had al om de lijntjes heen
gekleurd beweegt zich als
orpheus met een achteruitkijkspiegel
door ontelbare hellenlagen
we wilden niet alleen verder
komen wij wilden voorbij
arbitraire poorten
zogenaamde ontzieling en ook
lijkstijfheid afdoen als dingen
uit verre verledens
er bestaat nu alleen
nog een eeuwig heen-
en-weer van duivelstuin tot
hier op aarde
als postpakketten die
hun bestemming niet kennen
geretourneerd worden omdat
ze niet pasten
wij gaan grenzen aanpakken met een doezelaar
haar nogmaals met een luit doen afdalen
in koude kuilen bezwerend spelen ze
betovert het voorbijgaan
fluistert in onze oren dat
het niet meer zo hoeft te zijn
maakt van een laatste rustplaats
een wachtkamer zegt tegen iedereen
je behoort mij toe