Science Slam
De zaal zit tot de nok toe vol. De sfeer is verwachtingsvol: mensen zitten met een biertje in hun hand
verwachtingsvol naar de theaterzaal te turen. Wat gaat er gebeuren? Ik heb zelf ook geen idee wat ik
moet verwachten. Onrustig schuif ik heen en weer op mijn stoel. Richard, de mede-hoofdredacteur,
moet zo op. En als titelverdediger is hij zenuwachtig. Nu maar hopen dat hij wint.
De Science Slam is een jaarlijks terugkerend evenement dat wordt gehouden in het gebouw van de
Usva. Het principe is dat tien promovendi hun wetenschappelijk onderzoek aan een jonge dichter
uitleggen. Samen schrijven ze een gedicht geïnspireerd op dit onderzoek en zullen dit voordragen.
“Van rap tot sonnet, in het Nederlands of het Engels. Het publiek jureert en het winnende koppel krijgt
eeuwige roem”, wordt er op de Facebook pagina van het evenement geschreven.
Richard moet samen met Nadine Kuipers, die middeleeuwse teksten over landbouw onderzoekt bij
Engelse taal – en letterkunde, een gedicht voordragen. “Dit is een decreet van het ministerie van
landbouw, natuur en voedselkwaliteit,” roept Richard door de zaal, terwijl hij een rol papier in zijn hand
houdt. “Boeren, burgers, buitenlui, wij hebben nieuwe bomen nodig, vervolgt hij. Willekeurig bij elkaar
getrokken planten worden benoemd, en Richard begint een fel debat over het zelf kweken van hout.
De zaal is muisstil. Niemand snapt het, iedereen vindt het cool. Kuipers begint nog meer willekeurige
rijtjes planten voor te dragen. Het tofste rijtje als je het mij vraagt? ”Peerzik, sleepeer, knotfruit,
hazelpalm, bananas, aardvijg, abrikers en appelwalm”. Hierna gaat Richard door over nieuwe kruiden:
Kom maar op met nieuwe smaken,
Een zotte frisheid voor de ziel
Een smaakervaring om ons te verbazen
En zie: wij maken alle dingen nieuw.
De hele tijd kijken Kuipers en Richard stug voor zich oud, geen enkel glimlachje. Bloedserieus. Ik ben
geïntrigeerd, en ik ben denk ik niet de enige. De zaal kijkt gespannen toe.
Dus luister lief, klein keuterboertje
Droom maar alle planten bij elkaar,
Maar ga niet triest papavers poten
Maar plant wat moois jij aarzelaar
Houd niet vast aan echte bomen
Een populiertje, hazelaar
Het gedicht eindigt: “Blader niet door manuscripten, daar wordt een mens slechts hoopvol van.” De
zaal klapt. Nog negen te gaan voordat we weten of onze grote vriendelijke hoofdredacteur heeft
gewonnen.
Hierna volgen gedichten die over allerlei onderwerpen: zo worden een sluipwesp en een fruitvlieg
tegenover elkaar gezet, en beginnen ze een gedicht voor te dragen vanuit hun eigen perspectief. Er
wordt verteld over seksuele identiteit, waarbij het zijn van een dichter wordt voorgesteld als een “uit de
kast komen”. Er is een gedicht over tijdperceptie, waarbij een enorme timer in de zaal wegtikt terwijl er
de hele tijd “we are running out of time” wordt gezegd. Iedereen kijkt geïntrigeerd toe.
Wie, oh wie, zou er in godsnaam winnen? Voor mij staat mijn stem vast: Richard uiteraard. Maar mijn
god, wat waren er goede gedichten. Maar mijn god, wat was Richard zijn gedicht goed. Tussendoor
wordt er nog een geweldig huiskamerconcert gegeven door Tolls, een Amsterdamse sing-a- song
writer met indie-invloeden.
En dan: de uitslag. Ze maken het nog even spannend, de computer loopt vast, maar dan, toch echt
dan, echt waar, blijkt dat Richard heeft gewonnen! Zo blij als een kind springt onze hoofdredacteur op
en komt breed grijnzend naar voren. Iedereen denkt maar één ding: jippieeeee. Hij krijgt bloemen, een
boekenbon en uiteraard eeuwige roem, want twee jaar achter elkaar winnen verdiend dat natuurlijk.
Het bier zal die avond nog rijkelijk stromen, en Richard sleept de hele avond een bos bloemen mee
van kroeg naar kroeg. Erg handig, maar wat zijn we blij. Die bos bloemen heeft een mooi plekje bij
hem thuis gekregen, zo mag ik geloven.