Justice League: Super of niet?
DC had veel goed te maken, naar de blunderende Batman V Superman en het struikelende, op z’n best instabiele Suicide Squad was het DCEU (DC Extended Universe) aan een opwaartse curve begonnen met Wonder Woman afgelopen zomer. Weet het Avengers-eske epos ondanks zijn reshoots en de te vroeg afgehaakte en verfoeide regisseur Zack Snyder de concurrent Marvel te evenaren? Nee, bij lange na niet. Is het een vermakelijke film die de juiste lichaamsdelen doet tintelen bij de liefhebber? Ja, absoluut.
Laten we beginnen bij de goede elementen uit de film. De cast heeft een fenomenale chemie. De vriendschappelijke, maar toch bijna-romantische dynamiek tussen Ben Affleck’s Bruce Wayne (Batman) en Gal Gadots’ beeldschone Diana Prince (Wonder Woman) spat van het scherm terwijl ze met een aanzienlijk lichtere toon dan in Batman V Superman hun houtje-touwtje superteam proberen te bouwen. Ook dit houtje-touwtje team dat later de Justice League vormt lijdt zeker niet onder slechte casting. Game of Thrones-alumnus Jason Momoa schittert als Arthur Curry (Aquaman), een gevatte, belachelijk aantrekkelijke koning van Atlantis die met zijn halfnaakte whiskey-drinken bij een stormvloed de nodige ‘wow’-momenten oplevert, terwijl hij met hier en daar surfer-eske opmerkingen ook op het komische vlak de juiste snaar weet te raken. Ook Ezra Miller, die vorig jaar nog in Fantastic Beasts and where to find them speelde, is een waardevolle toevoeging aan de cast. Zijn lichtvoetige interpretatie van Barry Allen (The Flash) brengt een luchtigheid in dit duistere, door Snyder geschetste universum. De nog vrijwel onbekende Ray Fisher – in de rol van de gekwelde Victor Stone (Cyborg) steelde voor mij echter de show. Hij laat voor het eerst de echt gekwelde kant van de moderne superheld zien. In Marvel-films lijken superhelden nog net geen orgasme te krijgen als ze met hun superkrachten in aanraking komen, alleen de X-Men films durven af en toe vragen te stellen bij deze situatie – maar Fishers’ Cyborg duft daarentegen: hij voelt zich mismaakt, machteloos en bij vlagen zelfs gevaarlijk. Gedurende de film vecht hij een persoonlijke strijd aan die in dit iets zwaardere superheldenuniversum niet misstaat. Ook is zijn binding met de plot veruit het sterkste en weet hij zijn plaats van mcguffin met verve te ontstijgen. Natuurlijk verdient Gadots’ Wonder Woman ook de nodige lof, ze heeft haar vis-uit-het-water-attitude uit haar solofilm vervangen door een nog sterkere, leidinggevende rol, een die haar goed past. Misschien ten overvloede, maar elke keer als ik Gadots’ Wonder Woman zie, word ik ontzettend verliefd tot ten minste de credits.
Tot slot wil ik ook de muziek nog benoemen, invalregisseur Joss Whedon (Serenity, The Avengers) ontsloeg mainstay en trots ’s lands Junkie XL en verving hem door filmveteraan Danny Elfman, die ook de muziek voor Batman (1989) en Spider-man (2002) componeerde. Hij brengt de klassieke leitmotifs van Batman en Superman terug in dit nieuwe, grauwere universum, waardoor de overdaad aan koperblazers het nodige elan teruggeven aan hun respectievelijke helden, alhoewel Junkie XL’s thema voor Wonder Woman ook zeker niet over het hoofd gezien moet worden, want deze laat ook het hart van menig liefhebber sneller kloppen.
Nu al het goede van de film is bezongen, is het tijd om over te gaan op wat er minder goed is gegaan in dit epos. Ten eerste de wegge-cgi’de snor van Henry Cavill’s verder prima (maar niet uitmuntend) gespeelde Clark Kent (Superman), dit trekt je bij de overduidelijk gereshoote scènes zo hard in de uncanny valley dat het moeilijk is om niet in lachen uit te barsten. Ten tweede de schurk: men spreekt bij Marvel al vaak over makkelijk te vergeten schurken, maar de zelfs voor striplezers vrijwel onbekende Steppenwolf (Ciarán Hinds) ben je al vergeten voordat de aftiteling is uitgerold. Hij is niet meer dan een verzameling clichés met die overgoten is met een lelijk CGI-sausje, terwijl de bibliotheek van DC en de Justice League zo immens is dat ze met gemak een vele malen interessantere schurk hadden kunnen kiezen. Tot slot wil ik het nog hebben over het fundamentele onbegrip dat Snyder kennelijk heeft voor zijn karakters. Zijn superhelden lijken slechts gebaseerd te zijn op de best-of boeken van elk karakter, de meeste personages komen niet verder dan hun clichés en het lijkt alsof Snyder dacht dat hij na het lezen van The Dark Knight Returns, The Death of Superman en een klein assortiment aan strips voor de overige karakters wel een goed genoeg beeld had gevormd. De karakters blijven ondanks de goede cast hangen in clichés en op het moment dat deze clichés doorbroken worden voelt het vaak zo geforceerd aan dat het een beetje cringey wordt. Elke held heeft hier en daar wel wat momenten waarin ze buiten hun mal durven te spelen en hier ook in slagen, maar deze momenten zijn overduidelijk het werk van Whedon, die meer ervaring heeft met en meer feeling heeft voor het superheldengenre en de ensemblefilm dan Snyder.
Lief DC, ik ben fan van jullie. Ik ben verslingerd aan jullie tv-series (de Crisis on Earth X was een meesterwerkje), jullie stripboeken verslind ik bij de vleet en jullie animatiefilms zijn om te smullen. Dus in godsnaam, krijg jullie films op orde, er zit namelijk zoveel meer in dan jullie er nu uit halen. Durf je tijd te nemen, drop niet in je tweede film al zoveel nieuwe karakters dat eigenlijk niemand de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. Ook hier voelden de karakters te gehaast, durf het langzaam te doen, durf uit de mal van de standaardsuperheldenfilms te stappen, jullie cast kan het, jullie fans willen het en jullie papieren oeuvre laat het meer dan toe. Durf jullie rust te pakken, imiteer niet het lollige, lichte toontje van Marvel, ga niet zo duister omdat jullie denken dat het publiek dat graag wil, maar gebruik de tijd en ruimte om jullie eigen balans en eigen toon te vinden. Dan komt het allemaal goed.