‘Je gaat echt je ballen uit je broek lachen’ – De Studentenkrant in gesprek met twee castleden van Marathon de musical: Terence van der Loo en Ruth Sahertian
Terwijl het overgrote deel van de cast vanMarathon de musical zich buigt over wat Whoppers met krulfriet, of zich waagt aan een eigen bestelde pizza, voelen wij Terence van der Loo en Ruth Sahertian eens flink aan de tand. Niet alleen praten wij over hoe zij de hel van een scriptie combineren met het drukke bestaan van een musicalster, maar ook over de musical zelf, die gebaseerd is op de gelijknamige, succesvolle film De Marathon. Een familieverhaal over vriendschap, de liefde, en de dood. Maar wél met een flinke dosis Hollandse humor.
Beeld: Dim Balsem
Na een wandeling door het drukke en rumoerige Emmen waar net de 4 Mijl heeft plaatsgevonden, hoe typisch, doemt in de verte het ATLAS theater voor ons op waar ’s avonds De Marathon verder zal gaan. Hier hebben wij vier uur voorafgaand aan de voorstelling een afspraak met twee castleden van de musical. Terwijl de rest van de cast verspreid door de artiestenfoyer ligt te slapen, zitten de studenten én de Marathonsterren Terence (26) en Ruth (21) al op ons te wachten. Maar wie zitten er nu eigenlijk voor ons?
Rechts op de spreekstoel steekt Ruth van wal. Met haar 21-jarige leeftijd heeft zij al veel theaterervaring opgedaan tijdens haar opleiding aan de Frank Sanders Akademie in Amsterdam. De Frank Sanders Akademie zou je haast als een privéschool kunnen bestempelen, waar je het vak van het muziektheater onder de knie krijgt. Inmiddels zit ze in haar vierde keuze-, slash, masterjaar, waarbij ze haar stage invult met de Marathonproductie.
Ook Terence heeft een soortgelijke onderwijsweg doorlopen. Na zijn bachelor muziektheater aan het conservatorium in Tilburg heeft hij een jaartje gewerkt, om vervolgens voor nog één jaar in de schoolbanken te zitten om zijn master te behalen. Voor de geïnteresseerde musicallezer die de naam Terence bekend in de oren klinkt: dat kan kloppen. Deze jongeman heeft al geschitterd in Een Wintersprookje en Moeder Ik Wil Bij De Revue.
Waar de gemiddelde student zijn vrije uurtjes slijt bij de Appie, is dit toch wel een pittigere combinatie van werk en studie. Terence lacht dan ook als ik de opmerking maak dat dit wel een erg leuke bijbaan is: ‘Dit is gewoon een full-time job hoor’. Gelukkig ervaren de twee de combinatie van een grote musicalproductie en een studie niet als een onmogelijke mix: ‘Het is wel zwaar, maar doordat het een redelijke praktische opleiding is en je naarmate de studie vordert je steeds minder toetsen hebt, is het wel te combineren,’ aldus Ruth. ‘Wel vond ik het in mijn eerste jaar lastig om het sociale leven met school te combineren, omdat je echt lange dagen draait. Maar vaak zoek je toch vrienden binnen het wereldje op, die het wel begrijpen.’ Terence knikt instemmend mee: ‘Ik had schooldagen van tien tot tien, ik was altijd met dezelfde mensen. Zelfs als je een halfuurtje vrij had om avond te eten, dan ging je weer met hen nog snel wat eten halen.’ Ruth: ‘Het voordeel daarvan is wel dat je, ondanks dat je in een soort bubbel leeft, elkaar door en door kent, en sterke vriendschappen opbouwt.’
Toch klinken schooldagen van tien tot tien, nou niet echt als het standaard studentenleven in onze oren. Waar is de drank? Waar zijn de stapavonden? Hebben zij niet het gevoel dat ze wat gemist hebben, of missen? Ruth: ‘Nee. Daar ben ik absoluut niet bang voor.’ Terence moet daar wat langer over nadenken, maar vertelt ons dan dat als je in deze wereld werkt, je in zekere zin inderdaad kunt zeggen dat je dingen moet opgeven. Je kunt niet brak op de bühne staan, want je lichaam is je instrument, je redt het niet als je niet goed voor jezelf zorgt. ‘Het is echt topsport, het is heel intensief’, beaamt Ruth. ‘Bovendien’, vervolgt Terence, ‘speel je niet alleen, je benadeelt ook de anderen als je niet fit bent. En dat je er niet altijd bij kan zijn, wordt door familie sowieso altijd wel begrepen, als je dan weer een keer thuis bent word je met net zulke open armen ontvangen als altijd.’
‘En het is ook niet dat wij nooit eens een drankje mogen drinken, je kunt nou eenmaal niet cellulair leven, je moet soms even uitademen. En vroeger ben ik echt weleens helemaal hard gegaan tijdens van de studiereizen naar Mallorca’, vertelt Ruth. Terwijl Dennis Willekens op de achtergrond ‘Liever te dik in de kist’, zingt vraagt Terence dan ook aan Ruth: ‘Heb jij eigenlijk al over gister verteld?’
Van horen zeggen hebben wij vernomen dat, dat ‘heel gezellig was’, en er een zeker persoon pas zes uur in haar bedje lag. Kan gebeuren, een personeelsfeestje wat een beetje uit de hand loopt. En dat is alleen maar een teken van hoe leuk de cast met elkaar omgaat.
‘Deze productie is echt de leukste productie ooit. Er is niemand die aan elleboogwerk doet, of zichzelf ten koste van anderen wil opwerken. Je zult zien dat je ook gelukkiger wordt als je het niet doet, maar goed, je weet het natuurlijk maar nooit. Het is echt heel tof hier. Het allercoolst is ook dat we alles samendoen, het is een echt team, een echte groep,’ vertelt Terence.
Dat is ook te zien aan de rolverdeling binnen deze musical. Ook al hebben Terence en Ruth beide hun eigen rollen; Harry de zoon van Gerard de garagehouder, en een mooie dame die graag voorzien wil worden van een mooi ‘onderkantje’, doen ze veel meer dan dat. Ruth speelt een liedje mee met de band, maar heeft ook andere kleine bijrollen. ‘Het mooie aan deze productie is dat, ondanks dat theater al om samenwerking gaat, wij ook écht alles samendoen. Er zijn veel dubbelrollen. Iedereen is gelijk. Iedereen is even belangrijk hier. Behalve zijn ego,’ vertelt Ruth terwijl ze naar Dennis wijst. Gelukkig sluit hij zich daar volledig bij aan.
Door al het gebabbel over hoe leuk Marathon de musical wel niet is, zijn we ondertussen wel heel benieuwd wat de musical dan zo leuk maakt. Geheugenopfrisser: De Marathon gaat over Gerard, Nico, Kees en Leo, vier Rotterdamse garagemonteurs, die tot voor kort hun dagen met bier, sigaretten en kaarten sleten. Totdat Gerard, de garagehouder, in grote geldproblemen komt en de garage failliet dreigt te gaan. En dan heeft hij ook nog eens kanker. Onder leiding van hun nieuwe collega Youssef, gaan ze in training om voor veel geld gesponsord de marathon te lopen, wat natuurlijk gepaard gaat met veel beren op de weg.
De musical is, niet geheel verrassend, gebaseerd op ditzelfde verhaal, maar is wel aanzienlijk anders dan de film. ‘Muziek geeft een hele andere laag aan een verhaal, het raakt mensen, het slaat een andere snaar aan. Muziek is een medium waar mensen gewoon mee zijn, iedereen luistert muziek, niet iedereen leest een krant. Daarnaast is het een verhaal van het volk, het gaat over échte mensen, het is geen ingewikkeld verhaal met diepe lagen, maar een herkenbare voorstelling over gewone mensen. Ook is deze musical niet vanuit de muziek geschreven, maar vanuit het verhaal. En dat allemaal maakt dat deze musical heel toegankelijk is,’ vertellen Terence en Ruth. ‘O, en. Er zitten hele creatieve dingen in deze voorstelling. Dat hebben ze leuk gedaan hier. Maar dat gaan jullie zo wel zien!’
Duidelijk verhaal. Iedereen moet hiernaartoe. Stiekem hebben wij de musical al gezien, en kunnen we stellen dat deze voorstelling echt een aanrader is. Maar waarom moet jij naar de musical volgens Terence en Ruth? ‘Ja, de zalen moeten vol!’ Roepen ze in koor. ‘Nee hoor, grapje, het is gewoon een hele unieke voorstelling,’ zegt Ruth. Waarop Terence inhaakt: ‘Je gaat echt de ballen uit je broek lachen, maar je zult ook ontroerd raken. Dat evenwicht. Dat maakt dit verhaal kloppend.’
Ook enthousiast geworden om naar Marathon de musical komen te kijken? Dat kan! Vrijdag 21, en zaterdag 22 april staan ze in het Martiniplaza in Groningen. Ook volgend seizoen zijn ze hier nog te bewonderen op 24, 25 en 26 november.