Winterconcert Studentenorkest Mira
Met het aanbreken van de maand december is een periode van herbezinning gekomen: de lijstjes met goede voornemens kunnen na ruim een jaar afgestoft worden. Even geen seks, drugs en rock-‘n-roll, het is tijd om iets cultureel verantwoords te doen. Het winterconcert van Studentenorkest Mira, enkele dagen voor kerstmis, bood ons een uitgelezen kans om aan dit voornemen te voldoen. Hoewel de Oosterpoort stijf uitverkocht was, kon de Studentenkrant natuurlijk niet ontbreken. De avond had een Oost-Europees tintje, waarbij stukken van Mussorgsky, Arutiunian en Tchaikovsky ten gehore werden gebracht.
Mochten deze namen je weinig zeggen: geen zorgen, bij mij deed alleen de laatste vaag een belletje rinkelen. Eerlijkheidshalve dien ik te vermelden dat ik een cultuurbarbaar pur sang ben. Diezelfde avond stonden buikige mannen met dartpijltjes te gooien en als ik mijn hart gevolgd had, was ik daarom thuis gebleven. Verwacht daarom geen diepgravende analyse van de strijksectie. Daarbij kan ik echter nu al verklappen: het was wél mooi.
Omdat ik niet helemaal wist wat ik moest verwachten, besloot ik de gebruikelijke concertvoorbereidingen te treffen: een beetje bier, een beetje wiet. Met roze oogjes liet ik mijn huisgenoten achter, om enigszins ongemakkelijk achter mijn netjes geklede, broodnuchtere studiegenoten de zaal binnen te lopen. De kleine zaal van de Oosterpoort zat tot de nok toe vol, waarbij een opvallend groot gedeelte uit studenten bestond.
De opkomst van de dirigent, Pieter Bosma, was direct al memorabel. Vanaf de eerste stap die hij op het podium zette begon de hele zaal te klappen. Traag als een slak bewoog hij zich naar de bok. Seizoenen gingen voorbij en ik bleef klappen. Terwijl ik de blaren op mijn handen bekeek, werd me langzaam duidelijk dat dit slechts één van de vele applausronden was (overigens niet onverdiend).
Bij het spelen van de eerste noten was ik verliefd. De muziek was indrukwekkend, duister en zeker in mijn gemoedstoestand: meeslepend. Wat daarbij hielp was dat het Studentenorkest bestaat uit de mooiste mensen in Groningen. In één oogopslag werd ik verliefd op twintig meisjes tegelijk, die ik na het concert allemaal vaarwel moest zeggen. Het liefdesverdriet waarmee ik sinds die dag kamp, houdt me tot op de dag van vandaag wakker in bed. Ergens zag ik ook de tweelingbroer van Hugh Laurie in het orkest zitten, dus deze asthenische dimensie zal ook voor de vrouwelijke bezoekers niet verloren gaan.
Hoewel ik de hele avond genoten heb van een muzikaal genre, dat in het verleden geheel aan mij voorbij is gegaan, moet ik bekennen dat de gebaren en het gezicht van de dirigent mijn hoogtepunt van de avond was. Het is fascinerend om een man die gekleed is als de topman van een zakenbank een hele avond, totaal in zijn element, rond te zien springen. Hoewel af en toe een kleine glimlach niet onderdrukt kon worden als hij een gekke kop trok of een rare zwieperd maakte, moet ik zeggen dat ik het meest genoot als hij aan het einde van elk stuk met tevreden en vol vaderlijke trots zijn orkest aankeek. Voor zo’n man wil ik best een half uur mijn handen op elkaar slaan.