‘Ik voel me het omaatje dat ik diep vanbinnen ben’
Een middagje hangen in het kattencafé
Ik voel me alsof mijn lichaam uit elkaar valt, maar ik moet vandaag naar het kattencafé. Daar zou ik deze maand namelijk een stukje over schrijven. Ik raap mijn zwetende koortslichaam bij elkaar en loop naar het pas geopende café.
Het is maandagmiddag rond een uur of één en het is druk in het café. Vandaag is de eerste keer dat het kattencafé op een maandag open is, vertelt eigenaresse Hielkje Wester. Ze had deze opkomst niet verwacht. Ik ga naast een vrouw aan een gemeenschappelijke tafel zitten en probeer mijn bacteriënwolk zo min mogelijk te verspreiden.
Als ik wat sfeerimpressies opschrijf springt er een grote, bruine, langharige kat op tafel. Twee omaatjes aan een tafeltje verderop lachen. ‘Wat komisch!’ Hij loopt over mijn notitieblok heen, komt bij mij op schoot liggen en gaat slapen. Omdat ik me zo beroerd voel komen emoties vandaag wat harder binnen dan normaal en ik ben diep ontroerd en verliefd.
In het kattencafé zitten momenteel zes katten. Zij zijn gered uit het asiel. De katten zijn speciaal geselecteerd op hun persoonlijkheid: ze moeten niet schuw zijn, goed met mensen kunnen omgaan, graag geaaid worden en ze moeten niet naar buiten willen. De katten verblijven namelijk altijd in het café. Wel kunnen ze zich via een kattenluikje terugtrekken in een ruimte waar geen klanten komen als ze even geen zin hebben in mensen.
Intussen ligt de kat nog steeds instabiel op mijn schoot. Hij is eigenlijk te groot en verliest af en toe bijna zijn evenwicht. Ik voel me ondertussen heel cool, want niemand anders in het café heeft een kat op schoot en iedereen wil op dit moment mij zijn. De kat vindt de koortshitte die uit mijn benen slaat vast lekker warm.
‘Wat een verwennerij. Dat is toch hartstikke lief!’
De man-vrouw-verdeling ligt hier gelijker dan ik dacht. Ik dacht dat alleen vrouwen of meisjes tussen de 18 en 25 zo’n café leuk zouden vinden. Maar er zitten ook mannen. En ook best wel stoere mannen. Een kale man met een oorring die ik eind vijftig schat komt naar me toe en zegt over de kat op mijn schoot: ‘Wat een verwennerij. Dat is toch hartstikke lief!’
Dus wat katten betreft ben ik helemaal in mijn behoefte voorzien. Hoe zit het met de drankjes? Eigenaresse Hielkje Wester raadt me gemberthee met citroen en honing aan tegen mijn griep. De thee is van verse gember en komt in een lekker groot theeglas. Met mijn thee, reutelende ademhaling en kat op schoot voel ik me helemaal het omaatje dat ik diep van binnen ben.
Ik merk op dat de katten ervoor zorgen dat mensen meer tegen elkaar praten, ook tegen vreemden. Meerdere malen komen er mensen naar mij toe om de kat op mijn schoot even een aai te geven. Dat kan natuurlijk best hinderlijk zijn, maar vandaag vind ik het wel prima.
Het concept van een kattencafé was voor mij best vreemd. Ik heb er altijd wat moeite mee als dieren ter vermaak worden tentoongesteld in bijvoorbeeld een dierentuin of een café. Maar de katten worden goed verzorgd, hebben genoeg plekken om zich terug te trekken en er gebeurt niets met de dieren tegen hun zin in.
Is er dan helemaal geen kritische noot in dit verhaal? Jawel, er zijn wat kleine minpuntjes. Op de toiletten hangen er hangen er handdoekjes, en ik word er niet heel gelukkig van als ik mijn handen aan een al vochtige handdoek moet afvegen waar al 20 anderen mij zijn voorgegaan. Ook werkte het pinapparaat niet toen ik er was. Maar verder werkten het notitieblok op tafel en de kat op mijn schoot erg goed voor mijn humeur.
Beeld: Emma Westers