Gesjoemel met de Nationale Studentenenquête

Deze maand was het weer tijd om de Nationale Studentenenquête (NSE) in te vullen. Op basis van deze vragenlijst, die door alle HBO’s en universiteiten in Nederland wordt afgenomen, worden vervolgopleidingen gerangschikt in de Keuzegids, die op zijn beurt een belangrijke informatiebron is voor toekomstige studenten. De enquête is ingesteld in opdracht van het ministerie van OCW en beoogt daarom onpartijdig en onafhankelijk te zijn. Maar die doelstelling wordt niet door elke opleiding gedeeld, zo bleek afgelopen week.

Afgelopen vrijdag kregen alle studenten Geschiedenis een e-mail van het secretariaat met daarin de oproep om vooral de NSE in te vullen, mochten ze dat nog niet hebben gedaan. Deze oproep werd gevolgd door een nauwelijks verhuld dreigement dat het in je eigen belang zou zijn om de enquête positief in te vullen:

‘De Keuzegids lijkt misschien slechts een handig hulpmiddel voor studiekiezers, maar het is ook een hulpmiddel voor latere potentiële werkgevers om het niveau van je opleiding in te schatten. Het is daarom van groot belang dat onze opleiding wel degelijk goed aangeschreven staat in de Keuzegids.’

Aldus de urgente mail (onderwerp: ‘Belangrijk: vergeet niet om de NSE voor zondag in te vullen!’). Het zal geen toeval zijn dat deze oproep nu juist afkomstig was van de opleiding die in 2014 met een onvoldoende werd beoordeeld door de landelijke accreditatiecommissie.

Doorzichtig als een dergelijke strategie mag zijn, hij lijkt wel effect gehad te hebben. Hoewel de resultaten van de NSE pas in mei bekend worden gemaakt, bleek deze week al dat het aantal geschiedenisstudenten dat de enquête heeft ingevuld, hoger is dan het gemiddelde van de RUG.

Desgevraagd liet een woordvoerder van de NSE weten dat dit soort gedrag van opleidingen ‘absoluut niet de bedoeling’ is. Onderwijsinstellingen worden elk jaar gevraagd om hun studenten aan te moedigen de vragenlijst in te vullen, maar deze aanmoediging moet nadrukkelijk neutraal van aard zijn. Omdat de NSE inmiddels gesloten is, is het onwaarschijnlijk dat de opleiding repercussies zal ondervinden van de verstuurde e-mail. Wel liet de woordvoerder van de enquête weten volgend jaar een extra oogje in het zeil te zullen houden.

Correctie: Het blijkt dat de genoemde mail niet is opgesteld door medewerkers van Geschiedenis zelf, maar door de studentgeleding van de opleidingscommissie. Dat neemt niet weg dat het secretariaat (en daarmee de opleiding) zijn goedkeuring heeft verleend aan de boodschap door de mail aan alle studenten te sturen.