De Huiseconoom – Teloorgang Nederlandse warenhuizen
Het lijkt een trend te worden onder Nederlandse warenhuizen: in de problemen komen. Zij het niet financieel, dan wel met het personeel. De eens zo succesvolle ketens V&D en Hema komen steeds vaker negatief in het nieuws. Maar wat is nou de reden van deze ommekeer?
Het meest bekende geval van de laatste maanden moet wel V&D zijn. Het concern werd al in 1881 opgericht door de heren Vroom en Dreesman, die gezien de gegeven naam, toen al weinig creativeit lieten zien. Inmiddels heeft V&D 63 filialen verspreid over heel Nederland. En sinds begin dit jaar is er stront aan de knikker. Alhoewel, eigenlijk begon het al vele jaren eerder. Het warenhuis draaide namelijk al jaren verlies en wilde dit compenseren door de lonen van hun personeel met 6% te korten. Daarnaast eiste V&D een huurvrije periode en daarna een structureel lagere huurprijs. Verassend genoeg gingen de vastgoed partijen hier niet mee akkoord. De beleidsmakers van V&D zullen wel nooit een studentenkamertje gehuurd hebben. Ook werd met behulp van de vakbonden de loonsverhoging afgeslagen.
Maar V&D is niet de enige oer-Hollandse keten met een lege bankrekening. Hema kan ook wel een appeltje voor de dorst gebruiken. Sinds juni vorig jaar staat het onder curatele en ook van investeringsmaatschappij en eigenaar Lion. Daarnaast sloot Hema een aantal maanden geleden al 3 filialen. Maar hoe kan dit nou toch? Iedereen houdt toch van de goedkope prutseltjes van de Hema? En waar shop je nou liever dan in de V&D? Bijna overal, blijkt dus. Want waarom naar de Hema gaan als je ook voor nog wat centen goedkoper je spulletjes bij de Action kan kopen? Hetzelfde geldt voor V&D.Voor kleding ga je wel naar de Zara, H&M of als je in de duurdere regionen komt, Tommy of Hugo. De enige reden dat de student nog naar de Hema komt is het retegoedkope voedsel. Hierop draaien ze trouwens ook nog eens verlies.
In de economie gaat men tegenwoordig vooral uit van de zogeheten ‘New Trade Theory’. Een aantal aspecten hiervan zijn toenemende schaalvoordelen en de ‘Love of variety’ van consumenten. Dit houdt in dat consumenten van variatie houden. Ja echt. Dat betekent echter niet dat het per sé helpt zoveel mogelijk verschillende spullen in je assortiment te hebben. Dit zou namelijk ten koste gaan van je schaalvoordeel. Dit houdt eerder in dat een autokoper in Duitsland ook een Toyota zou willen kopen en dus niet alleen voor de BMW gaat. Zo ontstaat handel. Daarom heb je ook verschillende kledingwinkels. Nu is dit hoogstwaarschijnlijk een beetje kort door de bocht, maar het zou goed kunnen dat de beleidsbepalers deze trend niet helemaal hebben meegekregen. Specialisatie wordt belangrijker, zolang het maar goedkoop blijft. Het aanbieden van een groot scala aan verschillende producten, denk hierbij bijvoorbeeld aan de mix van kleding, voedsel en kantoorartikelen, wordt steeds minder attractief en winstgevend. Daarnaast worden de warenhuizen veelal getypeerd als oubollig en weinig onderscheidend. Dit in combinatie met de hoge huren van de immense panden in binnensteden lijkt het Nederlandse warenhuis de das om te doen. Toch zonde, ik nam mijn vriendin graag mee uit eten bij de Hema.