De huiseconoom: globalisering funest voor marktwaarde student

Globalisering tekent al tientallen, zo niet honderden jaren het beeld binnen de economie. Vooral sinds de uitvinding van de stoommachine, en het bruikbaar toepassen hiervan in onder andere treinen en boten, is de globalisering van handel sterk toegenomen. Echter is dit proces al veel eerder in motie gezet. Zo wordt bijvoorbeeld de VOC gezien als de eerste multinational die de wereld kende. Tegenwoordig is handel tussen landen aan alle kanten van de wereld dan ook niet meer weg te denken. Zo ook de handel in mensen.

Nu gaat dit natuurlijk geen zwaar artikel worden over slaafjes die uit Afrika worden geïmporteerd of Thaise dames die als aangenaam gezelschap worden binnengehaald. Het moet wel een beetje leuk blijven. De globalisatie heeft namelijk ook geleid tot een andere vorm van mensenhandel; de alsmaar toenemende stroom aan Duitse, Scandinavische , Zuid-Europese, Amerikaanse en nog het allerergst: Aziatisch studenten. De universiteit is hier maar wat blij mee, meer internationale studenten betekent namelijk een hogere ranking in allerlei mooie lijstjes en nog veel belangrijker: meer monies voor de uni. Veel Nederlandse studenten zijn hier minder blij mee. De veel te gemotiveerde Duitsers die in alle rankings bovenaan staan, de veel te knappe Scandinavische vrouwen die de, toch niet slecht uitziende, Nederlandse vrouw een licht minderwaardigheid complex geven, de veel te luidruchtige Spanjaarden en de plaag aan Aziaten, fietsend op hun kinderfietsjes met een fluorescerende regenjas. Die laatste komen in groten getale, nemen stinkend voedsel mee, lopen iets te hard te lullen in dat rare taaltje van ze en worden altijd gematst bij presentaties omdat ‘ze er niets aan kunnen doen dat ze niet zo goed Engels kunnen’.

Nou zijn bovenstaande dingen al erg, het is ook nog eens funest voor jouw marktwaarde als student. Zonder internationale handel zou er namelijk een heel ander evenwicht ontstaan in de markt voor de (afgestudeerde) student. Volgens het befaamde Heckscher-Ohlin model, welke verder heeft gebouwd op Ricardo’s model van competitief voordeel, trekken factoren (in dit geval studenten) van gebieden met relatief weinig schaarste naar gebieden met veel schaarste. Hierdoor daalt de prijs van de factor in het gebied met veel schaarste. Het welbekende evenwicht tussen vraag en aanbod. En laten er nou net belachelijk veel Chinezen (en andere Aziaten) in deze wereld zijn, die de westerse en dus ook Nederlandse markt volledig zullen overvloeden. Dit drijft de prijs voor de Nederlandse student alsmaar verder naar beneden. Zouden de grenzen gesloten zijn voor deze internationale mensenhandel, dan zou er een minder grote import aan exotische studenten zijn en blijft de marktprijs voor de westerse student hoger, er van uitgaande dat er veel meer Aziaten en consorten Nederland binnen komen dan dat Nederlanders hun heil elders zoeken.

Laten we dan ook allemaal oproepen om een importtarief in te stellen op buitenlandse studenten, bovenop de extra fee die zij al voor het onderwijs in Nederland betalen. Hierdoor komt er extra geld in het laatje van de overheid en is dit dé manier om af te komen van het leenstelsel. Én om er voor te zorgen dat wij als Nederlandse student weer fijntjes een aantal jaren kunnen teren op de centen van de overheid zonder daar ook maar een halve euro van terug te hoeven betalen. Hopelijk zal dit ook de toestroom aan Aziaten doen afnemen, wat ons als Nederlandse student een betere marktpositie geeft. Want geef nou toe, er is toch niemand belangrijker dan jijzelf? Daarnaast is culturele open-mindedness  en het leren van mensen met een andere achtergrond ook zwaar overrated.