Zeg, ken ik jou niet ergens van?
Velen hebben er een grote mond over en luisteren de nodige feesten en partijen op door de meest schuine of schokkende openingsfrases met een knipoog te vertellen. Heel leuk allemaal, maar ze echt in de praktijk brengen – ho maar. Zetelend in onze ivoren toren beseften we dan ook dat er voor ons niets anders op zat dan in dit spreekwoordelijke journalistieke gat te duiken en ze te testen. Daarom trokken wij onze stoute uitgaansschoenen aan, stapten in de ring en probeerden we er enkelen uit. Wat waren de reacties van de slachtoffers? En, belangrijker nog, kun je ze gebruiken om te scoren?
Openingszinnen die voor die welbekende heerlijke, awkward momenten zorgen zijn er genoeg. Groningse nachten zijn lang, maar niet oneindig, en dus we moesten een selectie maken van te testen openingszinnen. Ons doel was simpel: gebruik ze, en kijk wat er gebeurt. Wordt het ongemakkelijk? Wordt het pijnlijk? Of… ziet hij of zij de humor ervan in en lonkt er een wilde nacht? Omdat we de journalistieke principes juist in deze onzekere tijden hoog in het vaandel hebben, besloten we de openingszinnen op zowel mannen als vrouwen te testen. Dit is wat er gebeurde.
Voordat we met het écht zware geschut aan de gang gingen testten we een paar wat meer onschuldige openingszinnen. We trapten af met: “Zeg, die rook boven jouw hoofd, is die van een sigaret of ben jij zo heet?” De ontvanger van deze bepaald niet holle frase had blijkbaar een mooie avond, want ze glimlachte al voor het kwaad was geschied. Maar het onvoorstelbare gebeurde. Nadat de openingszin op haar was afgevuurd keek ze even bedenkelijk, maar toverde al gauw weer een lach op haar gezicht. En dat was niet alles. Ze leek wel in voor meer en warempel, de veldonderzoeker in kwestie scoorde. Wat een begin.
Hierna was het toch echt tijd voor één van de zware jongens onder de openingszinnen. We ontlenen deze aan de Belgische moppentapper Philippe Geubels. “Hé, jij doet me denken aan een koelkast. Je zou namelijk geweldig staan in mijn keuken en ik kan ook nog eens mijn vlees in je stoppen.” Met toch het nodige lood in zijn schoenen stapte één der dappere redacteuren met deze openingszin op zak op een onschuldig uitgaansmeisje af. Toen de zinsnede geland was bij haar keek ze strak voor zich uit. “Ja, die is wel grappig”, sprak ze. De verantwoordelijke scribent probeerde de situatie met wat smalltalk te redden. Dit bleek echter tevergeefs. De bom was keihard gedropt en had een onherstelbare schade aangericht: ze kon niet wachten om hem haar rug toe te keren.
Om ook aan de pluriformiteit van een Groningse uitgaansleven bij te dragen en omdat we niet vies zijn van een beetje homoliefde, probeerde een van onze vrouwelijke redactrices de volgende op een zeer appetijtelijk uitziende jonge schone uit: ‘Geloof jij in liefde op het eerste gezicht, of zal ik nog een keer langs lopen?’. De dame in kwestie verstond geen Nederlands en een snelle omschakeling voor een tweede poging in het Engels resulteerde in een brede glimlach en een telefoonnummer. Niet slecht vinden wij.
Het was voor de mannelijke redacteuren natuurlijk onverteerbaar om achter lopen op een dame die wel succes boekt met foute openingszinnen. Helemaal als zij zich op ons terrein begeeft. Daar moest wat aan gedaan worden en er werd naarstig gezocht naar een goed doelwit voor foute zinnen. ‘Mooie benen, hoe laat gaan ze open?’, fluistert een redacteur in het oor van een schone dame. Ze draait zich om en na een kort gesprekje wordt er zelfs met deze foute Joop gescoord.
De redacteur met het blauwtje ging voor de herkansing met Philippe Geubels in zijn hoofd. Wederom loopt hij met gepaste tegenzin naar een in een strak jurkje gekleed meisje toe. Hij heeft de woorden nog niet uitgesproken of ze begint te lachen en vraagt sarcastisch of hij niks zelf kan bedenken. Een houding lijkt ver te zoeken maar de glimlach die op zijn gezicht verschijnt als hij de woorden ‘als ik je zou vragen of je met me naar bed wil, zou je antwoord dan hetzelfde zijn als het antwoord op deze vraag?’ uitspreekt. Het meisje kijkt hem heel even aan begint te lachen en draait zich om. Als ook hij wil teruglopen naar het lachende kliekje redacteuren wordt hij op zijn schouder getikt en staat ze voor hem, klaar om naar huis te gaan.
De conclusie van dit hele stuk kan niets anders zijn dan dat openingszinnen nog steeds werken maar dat er een goede en snelle babbel nodig is om de functie van een openingszin te behouden. Afwachten is nooit een optie en als wij het kunnen, kunnen jullie het ook. Let’s get it on!