Een fijne dag nog!

Hij is bekend bij Stadjer en student. Het is de ‘vrolijke zwerver’ die iedere passant een fijne dag wenst. Een man die vraagt wat je vanavond eet, waar je naar toe gaat en altijd naar je lacht. Hij is de verwezenlijking van het Gronings geluk: Bernard. De SK struinde met hem door de stad.

IMG_2139

Mijn naam is net als onze prins, maar dan zonder korte ‘h’ en met lange ‘n’.’ Juist. Voor ons zit misschien wel Nederlands vrolijkste dakloze, Bernardus Johannes Martens Muskitta – beter bekend als Bernard. Terwijl hij zijn handen warm houdt aan een kop cappuccino, wordt de opnameapparatuur klaar gemaakt. ‘Ik ben er klaar voor jongens, natuurlijk, natuurlijk,’ zegt Bernard met een lach. ‘Hoeven jullie niet naar school?’

Wie is Bernard?

Met een serieuzere blik begint Bernard te vertellen. ‘In 1954 werd ik geboren in Papoea-Nieuw-Guinea. Daar hebben mijn vader en moeder elkaar ontmoet. Mijn moeder was Papoea, mijn vader komt van Ambon, de Molukken, en heeft nog tegen de Jappen gevochten. Dat weten jullie wel hè, die oorlog.’

Beide ouders zijn overleden. Moeder een lange tijd terug, vader vier jaar geleden. Hij werkte jarenlang voor de Koninklijke Niemeyer. ‘De tabaksfabriek hier in Groningen, weet je wel.’ Bernard heeft het er moeilijk mee. ‘Heeft een van jullie toevallig een sigaretje voor me, trouwens? Mijn shag is op.’

‘Jullie zijn in de twintig? Nog zo jong,’ lacht de 59-jarige Bernard. ‘Vroeger, toen ik jullie leeftijd had, wilde ik altijd schilder worden. Dat was mijn grote droom. Toch heb ik de schilderschool nooit afgemaakt. Ik had geen zin in school. Ik was altijd afwezig. Lekker niets doen en met de andere jongens een beetje kattenkwaad uithalen. Jullie kennen het wel.’ Door de loop van de jaren heeft hij verschillende baantjes gehad, onder andere in de hoefijzerfabriek en achter de lopende band. ‘Maar ja, dat was altijd tijdelijk.’

‘Ik heb spijt dat ik niet altijd naar school ging. Mijn ouders stuurden mij naar school en daar wilde ik wel leren, maar buiten school was ik snel afgeleid.’

Het zwerversbestaan

‘Buiten school’ was voornamelijk in de Wijert en Vinkhuizen. Hoewel Bernard en zijn familie eerst in Bennekom terecht kwamen, voelt Bernard zich een echte Groninger. Veertig jaar geleden verhuisde hij samen met zijn vader, moeder en jongere zusje naar de Vondellaan in Groningen. ‘Vroeger ging ik wel naar dancings in de Poelestraat. Of naar Huize Maas.’ Zijn ogen beginnen te twinkelen. ‘Lekker dansen op rockmuziek, kijken naar mooie meisjes. Dat vond ik mooi.’ Pas in 2007 werd Bernard dakloos.

‘Ik had een huurhuisje in de wijk Kostverloren dat ik overnam van mijn zwangere zusje. Daarvoor woonde ik bij mijn ouders.’ In Kostvlies had Bernard wel eens wat ‘jongens’ over de vloer. ‘Zuiplappen. Ze maakten veel herrie waardoor ik uiteindelijk uit mijn huis ben gezet.’ Onterecht, vindt hij zelf. ‘Maar ja, wat doe ik er aan.’ Sindsdien wordt hij ondergebracht in het Ommelanderhuis van dak- en thuislozencentrum Stichting Huis (sinds september 2013 Stichting Het Kopland) .

De verzorgingsstaat is er ook voor Bernard. Zijn uitkering wordt beheerd door een organisatie die gelieerd is aan Stichting Huis. ‘Op maandag en vrijdag krijg ik vijftien euro, het andere deel wordt aan Stichting Huis betaald.’ Met die regeling krijgt hij onderdak, driemaal daags een maaltijd en eventueel nieuwe kleding. Bernard wijst naar zijn nieuwe schoenen. ‘Eerst had ik dikke gaten in mijn schoenen. Dat is toch niet netjes? Deze heb ik van hen gekregen!’

Toch is het leven op straat niet gemakkelijk, meent hij. Om enige financiële onafhankelijkheid te hebben vraagt hij om een ‘kleine bijdrage’ op straat. ‘Ik krijg zo tussen de tien en twintig euro per dag, denk ik,’ vertelt de goedlachse Bernard. ‘Als mensen alleen glimlachen, dan word ik daar ook blij van! Iedereen heeft het krap, weet je. Dat geeft niets.’ Naar eigen zeggen laat hij alcohol en drugs links liggen. Wel heeft hij nog schulden bij vrienden.

Toekomstbeeld

‘Toekomst, toekomst, ja, ja. Voldoende geld om iets te kopen.’ Op de vraag wát hij dan zou willen kopen zegt hij resoluut: ‘een pakje shag’. Over een langere tijdsperiode zou hij graag een leuke vriendin tegen willen komen.

Bernard drinkt zijn laatste slok cappuccino en staat op. ‘Ik moet er weer vandoor, jongens. Ik heb een afspraak met een vriend.’ De twee vorige pogingen tot een interview mislukten vanwege Bernards geheimzinnige afspraken met een vriend.

Niet veel later staat Bernard bij de balie van een supermarkt aan de Nieuwe Ebbingestraat. Hij koopt een pakje shag. Voordat hij in de Korrewegwijk verdwijnt, merkt hij ons op en schreeuwt vanaf de andere kant van de straat: ‘Jongens! Bedankt voor de koffie! En de gezelligheid! Fijne dag nog!’

IMG_2073----2