Wat ben je ook een…
Klootzak, sukkel, hoer. Het is allemaal zó afgezaagd dat het weinig indruk meer maakt. Graag helpen wij je om je naasten op originele wijze te beledigen. Graag gedaan!
Schoeltje
synoniem: bandiet, bedrieger, boef.
In een zin: Er zit een schoeltje verscholen in de schuur.
Bimbo
synoniem: ordinair, banaal, onbeschaafd.
In een zin: Ik kan er ook niks aan doen dat je moeder een bimbo is.
Schuinsmarcheerder
synoniem: vrouwenjager, fuifnummer, pierewaaier.
In een zin: Het schijnt dat Mussert een echte schuinsmarcheerder was.
Malle Pietje
synoniem: Sinterklaas, gek, idioot .
In een zin: Willem is wel een beetje het malle Pietje van de familie.
Linkmiegel
synoniem: gladjanus, sluwe vos .
In een zin: Persoon A: “Hoe kan het dat Opstelten nog steeds minister is?”
Persoon B: “Tjah, hij is gewoon een vieze linkmiegel.”
Droeftoeter
synoniem: naïeveling, arrogante lul.
In een zin: Die lui die gedichten op ‘Spotted UB’ zetten zijn wel
ontzettende droeftoeters.
Flierefluiter
synoniem: luiaard, lanterfanter, zwabber.
In een zin: “Ik ben bewust een flierefluiter.”
Schelm
synoniem: ellendeling, booswicht, snoodaard.
In een zin: Die Sybrand Poppema, dat is wel een schelm hoor.
Donderstraal
synoniem: wittekop, etter, snotaap.
In een zin: Het zou prettig zijn als je gewoon weg gaat, donderstraal.
Hork
synoniem: boerenlul, lomp en onbeleefd sujet.
In een zin: Die hork harkt hurkend nog geen cent.