De val van de ivoren toren
De universiteit. Een institutie rijk aan tradities. Mannen in lange zwarte gewaden passeren je in een van de monumentale gebouwen. De klok van het Academiegebouw begeleidt je onderweg naar het volgende college van professor zo en zo. Staan op de schouders van reuzen. Werken aan de grenzen van het weten. Poeh poeh, nou nou.
Dat de charme van het studeren vaak vooral een schertsvertoning naar de buitenwereld is, hebben de meeste ouderejaars studenten inmiddels aan den lijve moeten ondervinden. De universiteit doet er namelijk alles aan om het academische onderwijs te transformeren in een verkapte HBO-opleiding. Niet ten nadele van het HBO, maar verschil moet er natuurlijk wel zijn. De afgelopen jaren is er een beeld ontstaan van een irrelevante organisatie die de feeling met haar studenten volledig kwijt is geraakt. En dat alles onder het mom: weg met de ivoren toren. Wat overblijft is een schril contrast tussen een idyllisch beeld en een bittere waarheid.
Toegegeven, veel van de recente ontwikkelingen zijn van boven opgelegd. De overheid draaide de duimschroeven van het hoger onderwijs behoorlijk aan en ook voor de RUG is het crisis. Daarnaast worden opleidingen bestookt met visitaties die de kwaliteit van een opleiding moeten waarborgen en richtlijnen die resultaten van een student controleerbaar moeten maken. Het hoger onderwijs mag niet elitair zijn en moet bereikbaar blijven voor iedereen. Voor elke organisatie, laat staan een kolossale organisatie als de RUG, moet dit moeilijk te behappe stukken zijn.
Maar laten we niet vergeten dat de RUG de grootste werkgever uit het noorden is. Dat zij een deel van de slimste, meest getalenteerde mensen van het land in dienst heeft die samen deskundig zijn op bijna alle vlakken van de samenleving. Je zou zeggen dat je daar wel gebruik van kan maken op de een op andere manier. Van een bedrijf met dergelijke potentie zou dan ook verwacht moeten worden dat het niet direct plat op de buik zou gaan liggen bij de minste geringste tegenslag. Toen de rectoren in een stoet door Den Haag trokken, kreeg ik een warm gevoel van binnen. Dat was namelijk mijn rector daar, die opkwam voor mijn belangen. Even voelde het weer als een s-nummer in plaats van een werknemersnummer.
Maar verder bleef het stil in Groningen. Tegen ieders wil en dank in werd de langstudeerboete doorgevoerd. Net als dat het BSA daarvoor werd ingevoerd. Net als dat het academisch kwartiertje daarvoor werd afgeschaft. Net als dat de aanwezigheidsplicht daarvoor werd ingevoerd. Net als dat toetsen daarvoor controleerbaar moesten worden gemaakt. En net als dat je daarvoor geen sigaretje meer mocht opsteken in de collegezalen, maar dat snap ik dan weer wel.
Al die maatregelen, en het gebrek aan vechtlust vanuit de universiteit, zijn een aderlating voor de creativiteit, innovatie en kwaliteit binnen het academische onderwijs. Er wordt nul gebruik gemaakt van de unieke positie die de RUG heeft binnen de maatschappij. In plaats van studenten en personeel samen te laten werken om te innoveren, besteedt het projecten zoals MyUniversity, de ontwikkeling van mobiele apps en externe communicatie liever uit tegen torenhoge kosten. Uit alles blijkt een gebrek aan vertrouwen in zowel student als faculteit. Waarom niet studenten een plek geven om bij te dragen aan hun school in samenwerking met hun docenten? En waarom niet docenten het volledige vertrouwen geven om te bepalen of een student de kennis beheerst?
Misschien denk ik wel te romantisch. Is mijn visie onhaalbaar en zijn mijn verwachtingen te hoog. Maar ja, think big, dream big, and the results wil be big. Of niet soms?