Faux pas
De feestdagen komen er weer aan. Naast Belgische biertjes, glühwein en een spetterend Nieuwjaar, betekent dit ook plakkerige surprises en heel veel familiediners. Als je dan netjes gekleed, al dan niet met een kater van de vorige feestelijke nacht, aan die rijk versierde tafel schuift, gaat het riedeltje door je hoofd: “Recht op zitten, geen ellebogen op tafel, niet praten met je mond vol, etcetera…”.
Zorgen dat je ietwat ouderwetse oma niet van streek raakt van je nieuwe tafelmanieren, die je waarschijnlijk hebt opgepikt tijdens het eten voor de T.V. in je studentenhuis, kan hard werken zijn. Gelukkig is etiquette sinds haar ontstaan onderhevig aan verandering geweest. Ten tijde van Louis XIV stond er stap voor stap in de hofetiquette beschreven hoe hij zijn bed uit mocht stappen. Dit deed hij ten aanzien van de hele familie, geen odol ging onopgemerkt voorbij. Wees blij dat dit je oma in deze moderne tijd bespaart blijft, want dat zou voor geen van beiden leuk zijn.
Wees blij dat dit je oma in deze moderne tijd bespaart blijft, want dat zou voor geen van beiden leuk zijn.
Andere gebruiken hebben de eeuwen wel overleefd. Ridders en edelen ‘proosten’ al in de middeleeuwen. Met het klinken van de bekers zouden druppels drank over springen in alle glazen. Op deze manier zou iedereen sterven als er een beker vergiftigd was. Een voorzorgsmaatregel die gelukkig nu in de meeste situaties niet meer nodig is. Maar mocht je vermoeden dat iemand je wil drogeren, tijdens het kerstdiner of in een random bar, dan zou ik vooral zo hard mogelijk ‘proosten’!
“Handen boven tafel” een veelgehoorde zin die vaak tot enige ergernis leidt. Want wat maakt het nou uit of je je handen even in je schoot laat rusten? Nu vinden we het misschien onzin, maar in de tijd dat meisjes nog met chaperonnes over straat moesten en een jongen nog de ouders van zijn geliefde om haar hand moest vragen, was het essentieel. Tijdens het dineren waren deze hitsige en door onthouding gekwelde dames en heren, vaak naast elkaar gezeteld. Om te zorgen dat zij niet onder de tafel aan wat ‘sexy time’ en ‘handwerk’ begonnen, werden zij verplicht beide handen ten alle tijden boven tafel te houden. Dit was extra belangrijk omdat de meisjes toen vaak geen ondergoed droegen. Hoewel het nog steeds van goede manieren getuigt om je handen tijdens het eten boven tafel te houden, is het geen maatregel meer tegen wat extra lekkers onder de tafel. Dat is ook niet nodig, want als je wil kan elk kerstdiner eindigen met wat slagroom in een donker hoekje.
Mocht je nu geen zin hebben in al het stijve gedoe met regels die letterlijk stammen uit de 17e eeuw, dan kan je natuurlijk ook nog altijd terugvallen op de Bourgondiërs en met je handen hele stukken vlees naar binnen werken. Of op de feestmaaltijden in het oude Rome, waarbij je al liggend, boerend en (a la Spartacus) met halfnaakte bediendes om je heen, het diner nuttigt.
Etiquette is door de jaren heen veel veranderd en tafelmanieren zijn overal ter wereld anders. Een misstap in de etiquette, de zogeheten “faux pas” kan over honderd jaar tot de vaste gebruiken van het Europese Koninklijke hof behoren. Dus als je grootouders je verontwaardigt aankijken over tafel omdat je een elleboog als hoofdsteun gebruikt, of je een schop onder de tafel krijgt voor die net iets te harde boer, bedenk dan dat iemand in de toekomst er ooit wel waardig mee zal kunnen wegkomen. Creëer je eigen toekomst, maak smakken en boeren onderdeel van etiquette. Vergeet de regels, Faux pas!