Interview

Noisia: Niet weg te krijgen uit Groningen

noisia

In de drum-and-bass-scene weten de jongens van het Groningse trio Noisia, bestaande uit Nik Roos, Martijn van Sonderen en Thijs de Vlieger, al meer dan tien jaar hun brood te verdienen met hun passie voor muziek. Hoewel je van een act van dit formaat verwacht dat ze in New York of Berlijn zitten, zijn deze wereldberoemde jongens niet weg te slaan uit Groningen. In april organiseren ze Noisia Invites in de Oosterpoort, maar eerst mochten we een kijkje komen nemen in hun studio op een grijs industrieterrein aan de rand van de stad.

Bij binnenkomst is de wekelijkse vergadering van Noisia net voorbij. De manager, roadmanager, marketingmede- werker en stagiaires verlaten de studentikoze keuken. Voor de komende tijd staat onder andere St. Petersburg, Londen, Barcelona en Pinkpop op hun agenda. In de afgelopen jaren hebben de drie van Noisia flink aan de weg getimmerd met hun platenlabels, soundtracks voor games zoals Devil May Cry 5 en het produceren voor grote namen zoals Korn en onze lokale held Kraantje Pappie. Toch zijn de mannen lekker gewoon gebleven. Na een verhandeling van Thijs over waarom ketchup al dan niet in de koelkast mag, Nik zijn dampende bordje stamppot uit de magnetron heeft gehaald en Martijn zijn bandgenoten heeft ingelicht over de dood van Mick Jagger’s vriendin kunnen we beginnen met een zeer vermakelijk gesprek.

Drie jaar geleden sprak de Studentenkrant voor het laatst met Noisia. In de tussentijd is er veel veranderd. ‘Drie jaar geleden waren we op zoek naar een studio’ zegt Martijn. Nu hebben ze elk een persoonlijke studio. Gewicht: 65 ton. ‘Ik was in Berlijn in een museum, daar hadden ze van die grote ijzeren stoomlocomotieven. Die zijn dus lichter dan onze studio’s.’ Deze superdeluxe units staan in een kale, betonnen loods die wel een likje verf kan gebruiken.

Door deze investering blijven de wereldsterren de komende tijd nog wel in Groningen, hoewel het buitenland lonkt. Nik geeft aan dat hij tijdens zijn bezoek aan Berlijn daar ook wel zijn studio had gewild. Thijs beaamt dit: ‘Ik zou wel naar Berlijn gaan, ik vind het echt een fantastische stad’. Martijn is wat sceptischer. Omdat ze alle drie al boven de dertig zijn en een vaste relatie hebben, zijn ze toch wat minder flexibel geworden.

Dat de gasten, die als ‘introverte jongens achterin de klas begonnen met het luisteren naar drum and bass’, ouder zijn geworden, verandert ook hun werkwijze. ‘De liefde voor muziek is grotendeels hetzelfde gebleven, maar onze houding daarin moest professionaliseren.’ Vroeger maakten ze muziek puur voor de lol. Doordat ze zo bekend zijn geworden is dat wel iets veranderd. ‘Het is wel echt werk geworden. We hebben allemaal opdrachten. Er zijn bedrijven die erop rekenen dat we iets afmaken’, legt Martijn uit. Nik denkt er hetzelfde over. ‘Je moet kunnen rekenen op elkaar. Er is veel meer regelmaat en daar moet je dus een beetje naar handelen.’ Nik laat weten dat je niet hoeft te denken dat de drie van Noisia in het weekend op de bank zitten met hun vriendin, wijntje en kat. ‘Als je elk weekend jezelf de vernieling in aan het zuipen bent, dan drink je nog best wel veel.’

‘Bij het maken van het nummer hebben we gewoon heel veel geblowd en toen heel vaak één woord gezegd.’

De tijd van naar de klote gaan is dus niet helemaal voorbij, maar ze gaan niet meer zo diep als vroeger. Ze kijken terug op hun jongere jaren alsof het een ander leven is. ‘Aan de ene kant vind ik het jammer dat ik zoveel hersencellen eraan kwijt ben, maar aan de andere kant was het fucking fantastisch en zou ik het heel graag weer willen doen’, vertelt Nik. Martijn: ’We hebben heel veel geblowd. Echt veel.’ En dat is maar goed ook: zonder deze excessen was het hitje Butje, het nummer dat nergens over gaat en niet weg te denken is uit de Groningse GK’s, nooit geboren. Het verhaal achter deze track is bijna net zo mooi als de teksten zelf: ’Bij het maken van het nummer hebben we gewoon heel veel geblowd en toen heel vaak één woord gezegd’, aldus Nik. Een beetje laf ouwehoeren doen de gasten nog steeds. Voor elkaars dertigste verjaardag hebben ze in de stijl van de Huilende Rappers (hun pseudoniem waaronder ze Butje hebben uitgebracht) raps opgenomen.

De afgelopen tijd zijn de jongens veel bezig geweest met projecten voor andere artiesten en voor games. ‘We hebben ons nu te lang niet gefocust op Noisia.’ De komende tijd is Noisia weer van plan te gaan vlammen, experimenten met de bizarste beats en alle grote wereldsteden op hun kop te zetten. De sound van Noisia was in het begin vrij impopulair. Ook nu ze een gevestigde naam zijn, snappen ze nog steeds niet goed waarom hun muziek zo waanzinnig populair is. ‘Het is best wel raar. We zijn op een flyer de grotere naam dan iemand anders, maar we kunnen dezelfde pokkeherrie draaien. En dan vinden mensen het bij ons wel tof en bij die ander ook wel, maar niet zó ontzettend tof.’ Ondanks al hun succes hebben ze absoluut geen pretenties gekregen. Thijs heeft dezelfde oude VW Polo als drie jaar geleden, Nik rijdt wel een mooie BMW en Martijn heeft laatst zijn eerste auto gekocht; een Ford Focus. Ook zeggen ze niet rijk te worden van hun werk. ‘We verdienen persoonlijk niet zoveel, al ons geld zit in het bedrijf.’

Het gaat deze gasten dus duidelijk om de muziek, de rest is een bijzaak. Deze passie is te beluisteren op 24 april in de Oosterpoort bij Noisia Invites, waarvoor ze een vijftal acts van over de hele wereld naar Groningen hebben gehaald. Het is in deze chille setting moeilijk voor te stellen dat deze jongens de Oosterpoort helemaal gek gaan maken met hun beats, maar na het beluisteren van een van hun mixjes hebben wij er in ieder geval al zin in. Al is het maar om de lui waarmee we een potje pingpong hebben gespeeld in actie te zien.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.