De Huisdichter – Een interview met Olivier
Olivier van Eijk is dit jaar huisdichter van de RUG. Misschien ken je hem van de opening van het academisch jaar, waar hij een gedicht, bestaande uit 20 talen, voordroeg. Als je hem nog niet kent, dan zul je dat aan het eind van dit jaar wel doen, want hij is vastberaden het huisdichterschap echt op de kaart te zetten.
Met een brede glimlach opent hij de deur voor me en neemt me mee naar de keukentafel, waar hij mij een kopje koffie inschenkt. De lange jongen met gemillimeterd haar is gehuld in een fleurig, wijd bloesje. Ik hoef maar te hinten naar zijn plannen in zijn nieuwe rol als huisdichter en hij begint enthousiast te vertellen.
‘’Het huisdichterschap is voor mij een manier om meer studenten in aanraking te laten komen met poëzie. Niet als een soort obscure kunstvorm, maar op een manier dat iedereen ervan kan genieten. Ik ben, door alle maatregelen, gedoemd dat vooral te doen via sociale media. Gedoemd, omdat ik eigenlijk helemaal niet goed ben met sociale media, dus dat is voor mij ook een uitdaging.
Maar daarnaast wil ik ook meer studenten interesseren voor poëzieavonden, dus zal ik ook proberen zo veel mogelijk op te treden. Zelf organiseer ik elke laatste vrijdag van de maand Poëzie Met. Dat is een podium waar veel nieuwe dichters, maar ook veteranen in de poëzie optreden. Het is een heel leuk podium in het Oude RKZ, een doolhof met bijzondere plekken als een bioscoop, bar, kapel en een hele mooie tuin. Ik zou graag willen dat meer studenten in Groningen van het bestaan afweten en komen kijken.
Het is wel grappig, want ineens word ik gevraagd voor podia waar ik eerst helemaal niet mocht optreden en iedereen in de dichtwereld neemt mij veel serieuzer. Het huisdichterschap is een heel prestigieuze titel, terwijl je er echt zelf iets van moet maken. Je zou het hele jaar op je kont kunnen blijven zitten en alleen elke maand een gedicht uitbrengen als je dat zou willen. Daarom heb ik wel het gevoel dat ik extra moet presteren en moet laten zien dat ik alles uit het jaar haal.’’
Waarom bestaat er een huisdichter?
Het huisdichterschap bestaat al sinds 2000 en de RUG was de eerste universiteit die een huisdichter aanstelde. Als huisdichter schijf je iedere maand een gedicht voor de website van de universiteit en aan het einde van het jaar wordt er een bundel uitgebracht. In de afgelopen jaren hebben de huisdichters verschillende poëzieprojecten opgezet. Een recent voorbeeld is de Science Slam (zie afbeelding), die Esmé van de Boom in het jaar 2016-2017 heeft opgezet en nog ieder jaar wordt gehouden.
Olivier schrijft al sinds zijn tienerjaren poëzie en heeft toen zelfs al een bundel uitgebracht. Ik vraag hem naar wat poëzie voor hem betekent. Hij denkt na terwijl hij ons nog een kop koffie inschenkt, maar dat per ongeluk in mijn waterglas gooit.
Dat je woorden op zo’n manier neerzet dat je mensen aan de hand meeneemt door een wereld van fantasie, die ze zelf nog niet kenden en waarvan ze niet wisten dat ze ‘t hadden.
Olivier van Eijk
‘’Ik weet niet wat poëzie is. Het is een soort romantiseerde observatie. Je kan naar een glas kijken en je kunt jezelf zien of het doorzichtige oppervlak met vingervlekken erop. En poëzie kan daar alles van maken. Een glas water waar koffie in geschonken wordt, kan gaan over een giftige relatie met je ex, maar het blijft een zoektocht in hoe ver je kunt gaan in het zoeken naar betekenis in beelden. En die zoektocht naar poëzie maakt dat je als dichter telkens herboren wordt. Je kunt er eindeloos mee experimenteren, want als ik hier bijvoorbeeld een programmeer code neerzet, is dat dan poëzie?
Ik wil ook studenten die niet al fan zijn van poëzie kunnen raken, maar ik vind het voor mezelf wel belangrijk dat ik toegankelijk word op een manier die niet te toegankelijk is. De poëzie die ik zelf heel gaaf vind is meestal poëzie die ik zelf niet begrijp, maar die me wel raakt. Daarin heeft poëzie iets heel mystieks. Dat je woorden op zo’n manier neerzet dat je mensen aan de hand meeneemt door een wereld van fantasie, die ze zelf nog niet kenden en waarvan ze niet wisten dat ze ‘t hadden. In mijn poëzie-promotie wil ik mezelf goed verkopen, maar ook kunnen geloven in wat ik verkoop.’’
Dat hij zijn poëzie nu via sociale media moet promoten vindt hij maar moeilijk. ‘’Poezie is iets heel intiems en oprechts en als je dat als een soort product gaat neerzetten voelt het heel vreemd. Het is heel persoonlijk; stukjes van jezelf die je in woorden perst en die moet je dan ineens als een product gaan verkopen. Maar ik kan nu wel heel puriteins gaan doen en wachten tot ik de C Budding prijs win, maar uiteindelijk moet iedereen zichzelf promoten. Ik zou ook gewoon willen kunnen leven van mijn poëzie.’’
Olivier staat deze zaterdag (26 september) in de halve finale van de NK Poetry Slam in Utrecht. Je kunt hem volgen op Instagram (@rugpoet), of komen kijken bij een van zijn optredens bij Poëzie Met.