Review: At Eternity’s Gate
Niet zo lang geleden kwamen de regisseurs Dorota Kobiela en Hugh Welchman met de prachtige biografische animatiefilm Loving Vincent. Dit jaar stond het leven van Vincent van Gogh wederom in de schijnwerpers, tevens in biografie vorm, maar ditmaal geregisseerd door de multidisciplinaire kunstenaar Julian Schnabel. Dat belooft veel goeds, dacht ik.
Bijna een week na de uitreiking van de Oscars besloot ik deze film te bezoeken; At Eternity’s Gate. Helaas niet bekroond met een Oscar, maar de film is wel in de prijzen gevallen. Zo heeft het zowel de Volpi Cup als de Satellite Award voor beste acteur (Willem Dafoe) in de wacht gesleept.
Meteen vanaf het begin wordt het duidelijk voor welk perspectief er gekozen is. Een zwart scherm met Vincent’s stem vult de zaal, en het duurt niet lang voordat de camera als Vincent’s ogen fungeren. Zeker geen slechte keuze, weet ik al snel vast te stellen.
Andere aspecten van de film maken ook duidelijk dat de film niet alleen draait om van Gogh als persoon, maar ook om hoe hij bepaalde dingen ervaart. Zo wordt er vaak ‘grof’ gefilmd, met veel symbolisch bewegende of schuddende beelden. Ook zijn de beelden soms helemaal gedraaid, of voor de helft wazig. Dit alles om duidelijk te maken hoe Vincent van Gogh de wereld om zich heen ervaart. Nogmaals, niet perse een slechte keuze, maar ik werd er ook niet bepaald vrolijk van. Het was namelijk vaak onduidelijk wat er gebeurde, en het werd daardoor vermoeiend om naar te kijken.
Deze soort beelden worden afgewisseld met rustige scènes, waarin bijna niks gebeurd en/of waar lange tijd op één persoon of tafereel wordt ingezoomd. Op dit soort momenten voelt het toch een beetje alsof men opvulmateriaal nodig had. Zo bestaat een groot deel van de film uit momenten waar Vincent van A naar B loopt, op zoek naar een plek om te schilderen. Heel langdradig en eveneens heel vermoeiend.
Qua muziek valt het op dat deze vaak eentonig klinkt, en af en toe abrupt ophoudt. Momenten waarop dit gebeurt zijn heel willekeurig, waardoor het moeilijk wordt er een touw aan vast te knopen. Soms schrik je ervan wakker, als het ware. Het enige wat wel duidelijk is, is dat het iets te maken heeft met van Gogh’s stemming, wat wel interessant is.
Het kleurgebruik in de film is ook zeker opvallend, en iets waar duidelijk aandacht aan is besteed. Kleuren die vooral naar voren komen zijn geel, blauw, oranje en groen, kleuren die veel gebruikt werden door van Gogh. Wat ook duidelijk in de film naar voren komt is dat Vincent veel naar de kleuren om zich heen keek en dat vaak accentueerde in zijn werk. Hiermee weet de film goed naar voren te brengen dat het vanuit zijn ogen verteld wordt.
Ook al heeft de regisseur een duidelijke keuze gemaakt wat betreft het perspectief, en hoe hij dit wil accentueren, werd ik niet door de film aangetrokken. Niks greep mij vast, of hield mij erbij, zelfs Mads Mikkelsen niet, want de functie van zijn rol in het verhaal was niet duidelijk, en dat wil wat zeggen.
Al met al vond ik de film niet boeiend, en snapte ik het ook niet helemaal. Eigenlijk ervoer ik de film zoals men dat vroeger deed bij de schilderijen van Vincent van Gogh. En dat is toch ergens wel weer poëtisch.