Universiteit onder vuur: Alles nog even op een rijtje

Geschiedenisdocenten die via een eenregelige e-mail hun ontslag indienen, een doodverklaarde RUG-campus in China en een hoop boze studenten. Het moge duidelijk zijn: het universiteitsleven in het hoge noorden staat de afgelopen weken op z’n kop, studenten en docenten zijn het zat. Weg met de marktwerking, want het academisch onderwijs is in gevaar!  

Nog even op een rijtje: wat is er nu allemaal precies aan de hand? Waarom gaat studerend Groningen ineens massaal de barricades op? Zijn de zorgen gegrond, of is het minder erg dan het lijkt? We nemen de huidige stand van zaken onder de loep, samen met bestuursleden van studentenpartijen Calimero en SOG en studentenbeweging DAG.  

 

Hoe het allemaal begon

 

De brief van Runia

Eelco Runia, geschiedenis-icoon aan de letterenfaculteit van de RUG, besloot enkele weken geleden onverwachts zijn ontslag in te dienen. In een open brief aan het NRC op 19 januari doet hij uit de doeken waarom hij zijn riante universiteitsbaan spuugzat is. Zonder er doekjes om te winden legt hij uit hoe het academisch onderwijs in rap tempo om zeep wordt geholpen door het huidige neo-liberale bestuursmodel en de marktwerking van de Nederlandse universiteiten. Runia’s onvoorziene actie heeft al snel grote gevolgen.   

 

“Niet met studenten praten!”

Paniek in de RUG-tent! De letterenfaculteit is snel op de hoogte van Runia’s publieke klachtenwaterval en schiet volkomen in de kramp. Er wordt een mail rondgestuurd naar alle docenten van de faculteit met de instructie niet met de media of met studenten in gesprek te gaan over het vertrek van hun docent. Kritische studenten vangen dit al snel op en staan hierdoor flink op hun achterpoten. Hoezo niet over praten? We zijn toch een open universiteit? Runia’s kritiek gaat juist de studenten aan!  

 

Wat nou “plenair debat”?

Het faculteitsbestuur is op z’n zachtst uitgedrukt niet blij met deze commotie, zeker wanneer studentenpartij DAG studenten begint op te roepen om in actie te komen. In de categorie “de-escalatie” besluit de letterenfaculteit daarom halsoverkop en middenin de tentamenweek een bijeenkomst te organiseren voor geïnteresseerde letterenstudenten-en docenten. Helaas flopt het gigantisch, dus de helft van de bomvolle zaal maakt binnen vijf minuten na aanvang alweer rechtsomkeert. Wat werd gepresenteerd als een “vrij en open gesprek om van gedachten te wisselen” bleek niets meer dan een sessie kleuren en tekenen op flip-overs. Gelukkig deed het handjevol volhardende studenten haar naam eer aan door de voorraad gratis broodjes en drankjes te plunderen en daarna het schoolbord eens goed vol te kalken met scherpe kritiek: “plenaire discussie is essentieel”, “weg met outputfinanciering”, “internationalisering mag geen melkkoe zijn”, “damage-control!”  

 

De revolutionaire sit-in

Maar hiermee is de “damage” overduidelijk niet “gecontrolled”. DAG is boos en noemt de manier waarop met de situatie wordt omgaat “ondemocratisch”. Volgens Femke (DAG) zouden studenten in dit soort fundamentele discussies ook gehoord moeten worden. Vanuit die overtuiging roept een aantal kritische studenten een paar dagen later op tot een sit-in, om dat publieke debat af te dwingen. Ze willen onderwerpen waar het faculteitsbestuur het niet over heeft bespreekbaar maken, zoals het financieringsmodel van de universiteit, een onderwerp dat ook centraal staat in de brief van Runia.​ ​Femke (DAG): “het aantal studenten is de afgelopen jaren enorm toegenomen en daardoor is er vanuit de overheid steeds minder geld beschikbaar per student. Universiteiten worden nu afhankelijk van geld uit het bedrijfsleven, waardoor ze tegenwoordig functioneren als een bedrijf”. Volgens Femke komt hierdoor de onderwijskwaliteit in gevaar en gaat het waardevolle concept van een universiteit als kennisinstituut verloren. “Ons doel? We willen dat de faculteit zich openlijk uitspreekt tegen dit beleid”.

Tijdens de sit-in stellen de pakweg vijftig aanwezige studenten een brief met kritiek op. Deze wordt gepubliceerd in het Dagblad van het Noorden. Verder draait de middag uit op koekjes eten en thee drinken, geheel verzorgd door de faculteit. Scheelt toch weer een maaltijd en dus geld, zo aan het einde van de maand.

Het faculteitsbestuur komt een tijdje later met een reactie op deze brief, waarin zij enkele problemen erkent, maar erg indrukwekkend en revolutionair is het niet.  

 

Tot zover de stand van zaken. Maar wat is het nou waar studenten zo #BOOS over zijn? Wat is de inhoudelijke kritiek van Runia in zijn brief en wat zijn de gevolgen voor ons?  

 

Lees eerst maar even dit, anders snap je er straks weer niks van.  

De fundamentele vraag is: hoe komt de universiteit aan geld?​ ​ Van de staat, zou je denken. Maar helaas ligt het iets gecompliceerder en dat brengt problemen met zich mee. Het huidige financieringsmodel  van de Nederlandse universiteiten werkt namelijk als volgt: ome Rutte heeft een mager bakje met geld dat verdeeld moet worden over alle Nederlandse universiteiten. Om de competitie er een beetje in te houden gaat dat als volgt: hoe groter de universiteit, hoe groter de bijdrage van Markje. Universiteiten krijgen hierdoor een financiële prikkel om te groeien en universiteiten zullen met elkaar moeten concurreren voor hun positie, net als in het bedrijfsleven. So far, so good.  

Groeien betekent in de praktijk natuurlijk meer studenten aantrekken, maar problematisch genoeg neemt de Nederlandse studentenpopulatie de laatste jaren af. Daarom wordt er flink ingezet op internationalisering en verengelsing van het onderwijs. Daarnaast krijgen universiteiten overheidssubsidies door zo snel mogelijk zo veel mogelijk studenten te laten afstuderen. H​oe meer bachelors en masters de poort verlaten, hoe meer geld de faculteiten krijgen. ​Dit wordt outputfinanciering genoemd.

Maar van alleen de magere overheidsportefeuille redden de universiteiten het bij lange na niet. Daarom worden zij voor hun bestaansrecht steeds meer afhankelijk van samenwerking met het bedrijfsleven en het publiceren van onderzoeken.

De uni’s krijgen dus geld vanuit de overheid en, in steeds grotere mate, vanuit bedrijven. Dan rest hen nog de taak hun totale som met geld te verdelen over de eigen faculteiten. Dat gebeurt via het allocatiemodel, wat in de praktijk betekent: grote, groeiende, publicerende faculteiten met ambitieuze bètastudenten krijgen meer geld dan, zeg, een letterenfaculteit met alfastudenten, die veel te lui zijn om netjes binnen de gegeven tijd af te studeren. Met het IQ van een gemiddeld SK-redactielid zou je nu kunnen snappen waarom dat zo werkt.  

Misschien voel je de bui al hangen; Runia legt in zijn brief uit dat er grote nadelen kleven aan de hierboven beschreven marktwerking. We nemen een paar grote obstakels onder de loep: de internationalisering en de verengelsing van het onderwijs, de outputfinanciering en de branchcampus van de RUG in China.  

 

Verengelsing: internationalisering mag geen melkkoe zijn

Het moge duidelijk zijn: de RUG is gebaat bij het binnenhengelen van internationale studenten.​ ​Niks mis mee, zou je zeggen. De meeste studenten vinden het een hartstikke goed streven om internationaal talent naar de Groningse universiteit te halen, alleen al omdat het leerzaam is omringd te zijn met verschillende culturen en etniciteiten. Maar de kwaliteit van het onderwijs moet er niet onder gebukt gaan. Toch is dat wel waar het nu naartoe lijkt te gaan. De verengelsing van het onderwijs is een grote bron van zorgen. Vooral binnen de letterenfaculteit klagen docenten en studenten dat opleidingen onnodig en zonder de benodigde capaciteit ineens compleet naar het Engels overstappen. Wanneer dit punt door een aantal studenten wordt aangestipt op de bijeenkomst, beschuldigt een geschiedenisdocent hen ervan een stelletje bekrompen dwazen met een naar binnen gekeerde PVV-mentaliteit te zijn. Daar moeten we toch even voor onze studiegenoten opkomen: klinkt nogal ongenuanceerd en onwaar. Het punt waar veel studenten over vallen is niet het feit dat er Engels onderwijs wordt aangeboden, maar juist het gebrek aan een kritische blik op de vraag of verengelsing iets toevoegt. Femke (DAG): “bij sommige studies werkt het nu eenmaal niet. Zelf studeer ik bijvoorbeeld filosofie. Op onze faculteit is verengelsing een groot struikelblok. Er gaat veel kennis verloren, want het is moeilijker om je uit te drukken in een taal die niet je moedertaal is”.

Henk-jan (Calimero) deelt de zorgen over de verengelsing: “internationalisering kan een goed middel zijn, maar het moet geen doel op zich worden. Het is totaal krankzinnig om een studie als Nederlands recht in het Engels te geven, dan schiet het zijn doel voorbij en is het internationaliseren om het internationaliseren”.

Toch is dat wel waar we nu naar op weg zijn en dat is een serieus gevaar voor de kwaliteit van het onderwijs. Zeger (SOG) legt uit dat dit niet op alle faculteiten een even groot probleem is. Bètavakken worden bijvoorbeeld al langere tijd geheel in het Engels gegeven en dat levert weinig problemen op. “Toch moet de keuze en verantwoordelijkheid hiervoor bij de individuele faculteiten komen te liggen en niet bij de universiteit als geheel. Ook moet de stap niet te overhaast genomen worden, zoals dat nu bijvoorbeeld bij geschiedenis gebeurt. De faculteiten moeten er wel klaar voor zijn”, aldus Zeger.

Paradoxaal genoeg zijn niet alleen de Nederlandse studenten de dupe van de internationalisering. Ook de internationals lopen tegen problemen aan. Henk-Jan (Calimero): “de woningnood voor internationale studenten in Groningen is een enorm probleem. De universiteit creëert dit zelf en zou hierin dus ook meer verantwoordelijkheid moeten nemen”. Het lijkt er dus op dat de universiteit qua internationalisering iets te hard van stapel loopt op dit moment. De verengelsing gaat tè snel, faculteiten zijn niet goed voorbereid op deze drastische verandering en een duidelijke visie op het doel van switchen naar Engelstalig onderwijs lijkt te ontbreken.   

 

“Weg met de outputfinanciering!”

Hoe meer en hoe sneller studenten afstuderen, hoe meer doekoes voor de universiteit, remember? In zijn brief legt Runia uit dat ook dit systeem grote gevolgen heeft voor de kwaliteit van het onderwijs. Allereerst klagen docenten over een torenhoge werkdruk. Het aantal studenten neemt toe, maar er is een structureel tekort aan docenten. Zeger (SOG) erkent dit probleem: ”dit speelt niet alleen bij letteren. Op de hele RUG is er een structureel tekort aan docenten. Op dit moment heeft de universiteit een docent-student ratio van gemiddeld 1/20, dat is te hoog en daar moet het College van Bestuur kritisch naar gaan kijken”. ​Misschien denk je vanaf nu eerst drie keer na voordat je jouw docent brulbrieven en dreigmails stuurt waar je tentamencijfer nu toch blijft.  Daarnaast neemt voor docenten de druk om studenten te laten afstuderen toe. ​Geen studenten verliezen, dat is waar het nu allemaal om draait, want dat betekent verloren geld. Je vraagt je misschien af waar al die nutteloze wekelijkse toetsen, essays en huiswerkopdrachten goed voor zijn? Alles om maar te zorgen dat je gemotiveerd blijft en vervolgens je studiepunten aftapt.

Femke (DAG) vindt dat het niveau van universitaire opleidingen daalt als gevolg van de outputfinanciering. ​“De RUG krijgt alleen subsidie voor studenten die binnen vier jaar afstuderen. Op dit moment ontstaat er de bizarre paradox dat de universiteit zoveel mogelijk studenten wil binnenhalen, ongeacht of ze daadwerkelijk geschikt zijn voor de academische wereld, maar ook wil dat ze allemaal afstuderen. Het gevolg is dat er een hoop ongeschikte studenten worden binnengehaald die ook hun diploma’s zullen moeten halen. De opleidingen worden daardoor steeds makkelijker. Dat is niet hoe het zou moeten werken op een universiteit!”  

 

“We hoeven niet naar China, China is al hier”

En dan nog dat gedoe met die campus in Yantai. Waar the fuck kwam dat plan ineens vandaan en vooral: waarom nu ineens weer niet? Tot een paar weken geleden lagen er vergevorderde plannen om een branchcampus van de RUG te openen in het Chinese Yantai. Het idee is dat studenten aan de andere kant van de wereld een RUG-diploma kunnen behalen. Bovendien hebben Engeland en Amerika ook zulke branch-units, dus dat is cool en dat willen wij dan ook, want dan zijn wij net zo cool.  

Nu denk je wellicht: wat heeft een Chinese campus met het neo-liberale bestuursmodel en de marktwerking te maken? Surprise surprise, ook dit plan past uitstekend in het nieuwe model. De officiële website van de RUG legt het piekfijn voor ons uit​ : “(…)​ het is een kans om de status van global university uit te bouwen. Dat trekt topstudenten, topwetenschappers en onderzoeksopdrachten aan. En dat zorgt uiteindelijk ook voor financiering”. Het is dus vet cool, en meer studenten, en ekkies.

Nu werkt de hardcore Nederlandse democratie zo dat zowel DAG als Calimero en SOG vertegenwoordigd zijn in de Uraad en hierdoor konden meebeslissen over Yantai. Hoewel het plan er al sinds 2015 ligt en veel moois belooft, zijn er in de loop van de tijd veel financiële, praktische en morele bezwaren geuit vanuit verschillende hoeken van de universiteit. Ook onder de studentenpartijen waren de meningen verdeeld. SOG zag voornamelijk grote mogelijkheden. “Wij profiteren in Groningen enorm van zo’n branchcampus. We gaan omhoog op de internationale ranking, verbeteren onze internationale concurrentiepositie, waardoor we nog betere studenten en staff kunnen aantrekken en er is een enorm budget voor onderzoek, dus er zal veel meer gepubliceerd kunnen worden”, aldus Zeger (SOG).  

Maar Calimero en DAG stonden sceptisch tegenover het plan. Het belangrijkste argument voor Calimero was het gevaar van zo’n Chinese campus voor de Nederlandse studenten van de RUG. Henk-Jan (Calimero): “Het idee is dat we binnenkort RUG-diploma’s kunnen halen in China. Dat betekent dat we op twee plekken dezelfde diploma’s uitgeven. De kwaliteit van de opleidingen moet dan natuurlijk gelijk zijn. Er waren meerdere redenen om aan te nemen dat het onderwijs in China niet zou kunnen voldoen aan onze Groningse richtlijnen en dat baarde ons grote zorgen, want de waarde van onze diploma’s zou hierdoor in gevaar kunnen komen”. DAG heeft uit meer ideologisch oogpunt haar afkeur geuit. Femke (DAG): “dit project is het toppunt van een bedrijfsmatige beslissing en er kleven grote gevaren aan. Wij zijn absoluut voor academische samenwerking, maar in het communistische China is academische vrijheid een illusie en is zelf-censuur een grote bron van zorgen. Daarnaast worden er in China nog steeds elke dag mensenrechten geschonden. Door de samenwerking aan te gaan, erkent de RUG de omstreden Chinese regering”.  

Het communistische partijbestuur van Yantai zal wel een traantje weg hebben gepinkt toen bleek dat in het überdemocratische Nederland een stelletje studenten een doorslaggevende rol in deze beslissing heeft. SOG had vertrouwen in het project, maar Calimero en DAG waren overtuigd tegenstander en hebben enkele weken geleden hun afkeuring over het project uitgesproken. Daarmee was #Yantexit officieel.  

 

Een hoop info, moeilijke woorden en boosheid later en wat hebben we geleerd? Dat de situatie complex is, dat moge duidelijk zijn. Moeten we ons zorgen maken? Is het academisch verval in Groningen ingezet? Wat is waarheid en wat is sensationele herrieschopperij? Hebben studenten terechte kritiek of doen ze gewoon waar ze goed in zijn: chronisch klagen? Zeger (SOG) denkt dat het meevalt. Volgens hem schetst Runia een beeld van de academische wereld die voor de letterenfaculteit wellicht opgaat, maar zeker niet representatief is voor de hele universiteit. Maar DAG maakt zich zorgen. Femke (DAG): “het waardevolle concept van de academie staat onder druk. De universiteit moet democratischer worden, meer inspraak door studenten, want zij zijn nu de dupe”.   

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.