Lille, de kleurrijke grensstad van Noord-Frankrijk
Mijn vrienden van NS International lieten mij eind februari weer eens voor een prikkie de trein nemen naar een stad waar ik nog nooit was neergestreken. Vroeg in de ijskoude ochtend die de laatste tijd door zo velen als de Siberische Beer is bestempeld, stond ik op Amsterdam Centraal op de Thalys richting Lille te wachten. Binnen 2,5 uur kwam ik via Rotterdam, Antwerpen en Brussel al aan in een van de meest noordelijke steden van Frankrijk, die ook wel Rijsel genoemd wordt. Ondanks dat het maar een tiental kilometers naar de grens met België is vanaf hier, oogt alles gelijk typisch Frans.
Hoe goedkoop de reis was, zo goedkoop was ook het overnachten in Lille, in ieder geval via AirBNB. Een klein maar fijn appartementje midden in de oude stad, het Vieux-Lille, was mijn uitvalsbasis voor dit weekend. De oude binnenstad wordt gekenmerkt door het grote plein in het centrum, omringd met de nodige prachtige en erg kleurrijke gebouwen, zoals de Stock Exchange en tal van kleine restaurantjes en kroegjes. Ook is de oude stad gevuld met de nodige kerken en kathedralen, zoals de adembenemende Notre Dame van Lille. Hoe verfrissend en kleurrijk de stad is, zo zijn de mensen dit ook. Onder de waterige winterzon zijn veel skaters, straatartiesten en andere creatievelingen te vinden, wat zich goed weerspiegelt in de excentrieke kledingstijl van veel mensen op straat. Lille oogt bruisend en is tevens een bekende universiteitsstad, waardoor het aantal jonge mensen op straat doet denken aan Groningse binnenstad taferelen.
Qua musea heeft de stad ook veel moois te bieden. Zelf heb ik onder andere gekozen voor het Palais des Beaux Arts, een van de grootste kunstmusea van Frankrijk, vol met kunst van de klassieke oudheid tot de moderne tijd, waar ik werken vond van gerenommeerde Nederlandse schilders tot Picasso en Monet. Ook bracht ik een bezoek aan het Musée d’Historie Naturelle, waar een enorme collectie aan fossielen, opgezette (enkele uitgestorvene) dieren en verschillende steensoorten te bezichtigen is. Een kleine sectie excentrieke levende dieren en insecten zoals de Axolotl en een beestje dat verdacht veel op een levend blad leek, verraste mij al helemaal blij. Na mij vergaapt te hebben aan de nodige dode dieren, ging mijn laatste uitstapje naar een verzameling dieren waarbij de vlam des levens nog niet uitgedoofd was, namelijk in de dierentuin van Lille. Het is geen reusachtige dierentuin, maar huisvest wel een breed scala aan bijzondere dieren. Door de winterkou waren helaas niet alle dieren ‘thuis’, maar dat kon dit bezoek niet bederven.
Lille heeft mij al met al blij verrast. De kleurrijke en historisch ogende architectuur, de indrukwekkende musea en de frisheid van de mensen op straat, geven de stad een bruisende allure, waardoor ik een bezoekje aan dit noordelijke stukje Frankrijk zeker zou aanraden.