Op Kamers!
Een tijdje geleden werd bekend dat begin dit collegejaar slechts 44% van de eerste- en tweedejaarsstudenten op kamers zijn gegaan, tegen 61% in 2015. Een daling van bijna 30% die vooral te wijten schijnt te zijn aan Jetjes leenstelsel. Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Een studentenleven zonder op kamers gaan is als groentesoep zonder balletjes, bier zonder alcohol of Groningen zonder Studentenkrant. Het is het gewoon net niet.
Op kamers gaan is met liefde elkaars remsporen van de wc pissen, elkaars haren uit het doucheputje vissen en je eten klaarmaken naast de pan met daarin de schimmelende etensresten die je medebewoner vorige week heeft laten staan. Slapen met het gekreun van je huisgenoot dat door de muur klinkt en studeren voor je tentamen van morgenochtend terwijl de geur van je blowende huisgenoten onder je kamerdeur door kruipt. Elkaar ondersteunen wanneer je te zat of te brak bent om nog rechtop te staan en elkaars haren vasthouden terwijl de ander over de rand van de wc hangt.
Oké, het is zo slecht nog niet om bij je ouders te wonen. Het is er schoon, je was wordt gedaan en er staat elke avond een bord dampend voer voor je klaar. Je vriendjes en vriendinnetjes van de middelbare school zijn er ook nog te vinden, want zij zijn net zo aan dat suffe dorp vastgeroest als jijzelf. En dan is daar de busreis. DIE FUCKING BUSREIS ELKE DAG! Heen én terug. Misschien houd je ervan. Dan had je buschauffeur moeten worden.
’s Ochtends moet je eerder opstaan dan iedereen met wie je in college zit om met de bus naar Groningen te tuffen. Bovendien sta je ook nog eens te verkleumen terwijl je bij de halte aan het wachten bent. Je bent altijd net te laat terug voor het avondeten, dus je ouders zijn al een ommetje aan het maken als jij thuiskomt en je koude prak in de magnetron opwarmt. Als je een keer in Groningen blijft eten en nazitten moet je altijd met de laatste bus weer terug, net voordat het pas écht gezellig wordt. Of je moet een slaapplek regelen, wat niet alleen kut is voor jou, maar ook voor degene bij wie je je luchtbedje opblaast. Niet alleen is een logé de grootste cockblocker die er is, je zit ook nog eens de hele avond aan elkaar vast, de een kan niet zonder de ander naar huis want er is maar één sleutel en huisgenoten uit hun welverdiende nachtrust wakker bellen doe je gewoon niet.
Dit zijn allemaal problemen die simpel zijn op te lossen door op kamers te gaan. Je hebt alle vrijheid die je ooit wilde hebben. Je kunt eten, drinken en slapen wanneer jij dat wilt. Je leert op eigen benen te staan. Kon je eerst nog niet eens een ei koken, nu tover je een prima lasagne uit de oven. Je leert zo met je bankrekening om te gaan dat je niet aan het einde van je geld nog een beetje maand over hebt. Je kunt je eindelijk actief bezighouden met je vereniging, iets wat altijd werd verhinderd door buschauffeur Bert van lijn 320. Je kunt hier studeren, chillen en feesten met huis-, studie-, en verenigingsgenoten. Dit is de tijd om vriendschappen voor het leven te smeden!
Er is geen betere manier om jezelf te leren kennen en jezelf te ontwikkelen dan het ouderlijk huis te verlaten, dus waarom zou je ermee wachten? Gooi je luchtbed bij je ouders op zolder en zorg dat je een kamer regelt. Dat op en neer reizen kun je altijd nog doen als je eenmaal een baan hebt.