Kelders, kamers en hot-tubs: Het Oude RKZ
In de krochten van de kelder, waar ik gebukt moet staan, is een klein museum gebouwd. Ingelijst is een vergeelde krant, een Groninger Gezinsbode uit 1989. De voorpagina is duidelijk: ‘’Woonexperiment Oude RKZ mislukt’’ kopt het vergeelde weekblad. Inmiddels is het 2017, ik word rondgeleid door het Oude RKZ, waar tot op de dag van vandaag studenten, gezinnen en kunstenaars wonen en werken in ten minste 234 woonruimtes en 57 niet-woonruimtes.
In 1979 is het pand ooit gekraakt door een honderdtal ambizieuze krakers, en na meer dan zes jaar bureaucratisch geharrewar werd het Oude RKZ op 20 november 1985 benoemd tot woonexperiment. Ik ben geen onbekende, ik kom al jaren maandelijks in het theater, maar de rondleiding van vandaag laat mij alle krochten, hoekjes en kelders van het immense complex zien. Door lange gangen, waarbij geen enkele muur onbeschilderd is gebleven – met afbeeldingen variërend van abstracte landschappen tot cartoonhelden uit de jaren-’90 – worden we door het gebouw geleid, met als eerste stop het dak. Het dak staat vol met dakterassen, veranda’s en moestuintjes, geen ruimte blijft onbenut. Dit is ook de eerste plek waar het woord ‘zelfwerkzaamheid’ valt, het is een beetje het credo van het Oude RKZ. Iedereen die hier woont draagt hier op zijn of haar eigen manier bij aan het pand. Je kunt bijvoorbeeld bardiensten draaien, je aanmelden bij de technische dienst of een aantal keren per week koken bij het Eethuisje.
Na de verhalen op het dak, over de tunnels van de zusterflat die naar het RKZ liepen, worden we al gauw naar de mimezaal geleid. De mimezaal werd ooit gebruikt door een mimespeler – vandaar de naam – maar tegenwoordig is de zaal bezaaid met beschilderde doeken, wijnflessen, ezels, potten met kwasten en tubes vol verf. Het romantische beeld wat men heeft bij een atelier word hier in een oogopslag waargemaakt. Een stille ‘wauw’ kan ik moeilijk onderdrukken. Hierna krijgen we de nachtbar te zien, volgens onze toegewijde rondleiders een plek waar bands uit alle windstreken op komen treden, in allerlei stijlen. Het is ook een plek waar regelmatig themafeestjes plaatsvinden (ik ben er een keer per ongeluk op een terecht gekomen. Je weet niet wat je meemaakt, sowieso doen), maar ook evenementen zoals Pleuropsonic worden hier gegeven. De bar is industrieel ingericht, met buizen uit de oude pijpleidingen die gebruikt worden als tafelpoten. Het meest morbide en intrigrende detail is echter wel de snijtafel die nu dienstdoet als kroegtafel, want niets schreeuwt harder underground dan je biertje neerzetten op een lap metaal waarop in het verleden lijken opengesneden zijn.
Hierna duiken we de echte krochten van het complex in: de kelder. In dit warrige gangenstelsel wordt ook elke ruimte gebruikt. Er zijn houtwerkplaatsen, metaalwerkplaatsen, ateliers, woonruimtes, een recycle- en sorteercentrum, een magazijn, een aantal gigantische boilers, een mini-tentoonstelling en heel goed weggestopt een hot-tub. Een hot-tub in de kelder van een voormalig ziekenhuis, mooier dan dat wordt het niet. Het is vooral bijzonder om te bedenken dat vrijwel alles – op het gebouw zelf na, vermoed ik – gebouwd is en gerund wordt door de bewoners zelf. Van de bioscoop die de bovenste helft van de voormalige kapel bezet, tot het Eethuisje waar je voor vijf euro echt goed kunt eten (zowel vlees als vega) en van de mensen die voor de Koevoet, het wekelijkse nieuwsblad van het Oude RKZ schrijven tot de mensen die het weggestopte biologische winkeltje runnen. Ook bij het theater komen er nog leuke verhalen naarboven, dat voor een ambitieus project ooit de hele zaal was omgebouwd tot bos. Na een tijd ontstonden er in het bos allemaal nieuwe evenementen, met muzikanten, schilders en mensen die dingen voorlazen. Ik vermoed dat je zo gek niet iets kunt bedenken, of je kunt het hier proberen.
Wat ook enorm voelbaar is binnen de wanden van het gebouw is een immens gevoel van samenleven. Dit komt ook naar boven in de gesprekken die ik voer met de mensen die de rondleiding met mij meelopen, zij hopen allemaal hier te kunnen wonen. ‘’Ik vind mijn huis gewoon te duur,’’ grapt een van de meiden. ‘’Ik ben ook een beetje waus,’’ vertelt ze verder, ‘’maar hier kan ik gewoon lekker waus zijn.’’ Er is ook een jong stel mee, ze hopen hier samen te kunnen wonen. ‘’Het meest fijne is de gemeenschap.’’ zegt de jongen van het stel. ‘’Het lijkt me fijn om hier nuttig te zijn, om onderdeel te zijn van een groter geheel.’’ voegt hij er nog aan toe. ‘’Er is hier een hele andere sfeer dan binnen normale studentenhuizen. Hoe ze hier op vrijwillige basis voor zichzelf en het pand zorgen, het geeft je ook heel veel ruimte om zelf nieuwe dingen te leren,’’ zegt de meid van het stel. ‘’We kwamen hier eigenlijk eerst voor de pooltafel,’’ vertelt ze verder, ‘’toen zagen we ineens dat we hier goed konden eten, toen waren we eigenlijk al verkocht.’’ Een andere jongen die meeloopt doet ook zijn verhaal over waarom hij hier wil wonen, hij komt oorpronkelijk uit Burkina Faso. ‘’Ik voelde me heel lang alleen hier in Nederland, maar hier voel ik mij thuis.’’ Hij is in zijn dagelijks leven schoonmaker, maar hoopt in het Oude RKZ zijn droom om meubelmaker te worden toch enige vorm te kunnen geven. Door deze gesprekken merk ik dat zelfs de motivaties van de hopelijk nieuwe bewoners al heel divers zijn: de een komt hier wonen omdat het goedkoper is, de ander om z’n dromen te volgen. Het is een kenmerkende afspiegeling van het beeld dat ik van het Oude RKZ en haar bewoners heb. Eigenlijk is niets er te gek en is iedereen er welkom, van de technici die in de kelder dolen om er voor te zorgen dat iedereen warm water heeft tot de schilder die de helft van zijn levenswerk in de mimezaal zal schilderen. Het is een bijzonder beeld: waar buiten het Oude RKZ de wereld op instorten lijkt te staan, heb ik het gevoel dat hier alles goed en gemoedelijk gaat, zoals het misschien ook meer in de rest van de wereld zou moeten. Nog nooit heeft een krantenkop uit 1989 er zo naast gezeten, want dit experiment is allesbehalve mislukt.
Mooie invulling, toen ik er werkte, waren het andere bezigheden