Actueel

Dobbelen voor je leven  

 

Om stipt zeven uur stap ik het pand van de Purperen Draak binnnen. Ik ken het gebouw, ik ken de rijen prachtige bordspellen in de voorzaal en ik ken de fantasy-schilderingen op de muur in de achterzaal die een middeleeuwse Nieuwe Ebbingestraat afbeelden, een soort van Oude Nieuwe Ebbingestraat. Vanavond zal ik mij echter niet in deze zaal bevinden. Ik doe namelijk voor jullie lieve lezers mee aan een sessie Dungeons en Dragons, een tabletop rollenspel.

Een korte samenvatting van het spel is dat je met een groep vrienden je eigen karakters maakt, die vervolgens gedurende meerdere sessies van een aantal uren – de groep waar ik bij mee mocht doen zat in hun elfde sessie – allerlei avonturen ondernemen en vele werelden redden van verdoemenis. Nu klinkt dit op het eerste gezicht als iets heel, heel erg sufs, maar vele mensen – waaronder ikzelf, Vin Diesel, Dwayne The Rock Johnson, Stephen King en Stephen Colbert – zijn het erover eens dat D&D allesbehalve suf is.

Nadat de papieren, snacks, drankjes en letterlijk tientallen dobbelstenen ten tonele zijn verschenen, begint de sessie. We zitten niet meer in de achterzaal van de Purperen Draak, ik zit niet meer tussen studenten bedrijfskunde, informatica en game-design. Ik zit in op het continent Orthalar, tussen half-elven, magische robots, weerratten, barbaren en mensen die hun krachten putten uit een pact met de duivel. De Dungeon Master (spelleider) Tom zit verborgen achter een haag met borden. Hij beheerst het spel, speelt alle rollen die de andere spelers niet zijn, beeldt de wereld met kleurrijk taalgebruik voor zijn spelers uit en is in sommige gevallen een harde en onverbiddelijke spelleider. Als ik Tom vraag waarom hij D&D speelt antwoordt hij heel matter of factly: ‘’Omdat fantasy cool is.’’ In dit sentiment kan ik absoluut meegaan. Hij vertelt verder dat het een hele goede reden is om regelmatig bij elkaar te komen met je vrienden, om samen iets te doen. ‘’Het fijne aan D&D is dat het coöperatief is, je werkt samen om iets te bereiken. De roleplaying­-mogelijkheden zijn ook veel groter dan in bijvoorbeeld videogames.’’

Ik val midden in het verhaal, onze groep van avonturiers wordt – na een mislukte onderhandelingspoging over een gijzelingssituatie – op de hielen gezeten door een zwaar bepantsersde man, die onmogelijk door de groep uitgeschakeld kan worden. Toch wagen ze een poging. Als Eriks karakter Ivan een aanval wil laten uitvoeren, vraagt hij om een aantal vierzijdige dobbelstenen. ‘’Hoeveel heb je er nodig?’’ klinkt het vanaf de andere kant van de tafel terwijl er letterlijk handenvol driehoekige stenen naar Erik geworpen worden. Het duurt niet lang voordat ik in de spanning van het verhaal meegezogen wordt, ik maak slechts nog sporadisch aantekeningen terwijl arme Ivan op zijn hielen gezeten wordt door de schurk in het verhaal. De duivelskunstenaar Sahunvyr redt met behulp van Koro, de half-elf ranger de gegijzelde Talos, de robot met een ziel. De half-orc Terrax en de vogelachtige Koli Breek kloppen aan bij de landheer om om hulp te vragen. De landheer blijkt echter een egoïstische klojo te zijn. Zelfs een aantal dobbelsteenrollen om de landheer te overtuigen van de goede zaak eindigen in een teleurstelling voor onze twee diplomaten in de dop.

Halverwege de bijna Benny Hill-esque achtervolging grabbelt Tom door een hele stapel papieren. ‘’Een groot deel van D&D is Tom die door zijn papieren graait,’’ klinkt het aan de tafel. Ik grijp deze mini-pauze aan om de avonturiers te vragen wat ze doen als ze niet aan het D&D-en zijn. ‘’Wachten tot we weer kunnen D&D-en,’’ zegt een van hun gekscherend. ‘’Ik heb letterlijk alleen een stoel in mijn kamer staan waar ik op zit en wacht,’’ voegt een ander eraan toe. Inmiddels vordert het spel en is Ivan neergeknuppeld door de schurk. Hij zou dood moeten bloeden (wat er voor zou zorgen dat er een nieuw karakter gemaakt zou moeten worden), maar Tom strijkt over zijn hart en laat Ivan slechts bewusteloos geslagen worden, waarna hij ontvoerd wordt. De groep debatteert hevig over het nut van Ivan in de groep en besluit uiteindelijk om hem niet te redden. ‘’Het is leuk om een keer in de week superarrogant te kunnen zijn,’’ wordt mij verteld. Buiten het spel is het een fijne vriendengroep, maar binnen de wereld van D&D is het eten of gegeten worden.

Eenmaal buiten de stad wacht een volgende dreiging: een heuze cycloop met een matige haardos. Alles wordt uit de kast getrokken om het monster te vellen, zelfs beledigingen worden uit de kast gehaald (kennelijk kwetste het de cycloop heel erg dat hij een cultuurbarbaar genoemd werd, het deed hem zeven punten schade). Na een gevecht van twintig minuten, felle discussies, een paar bongosolo’s en heel, heel erg veel gegooi met dobbelstenen valt de cycloop met een doffe klap in de rulle aarde. Nu is het mijn beurt om te gooien. Tom geeft mij de dobbelstenen. De uitkomst van mijn worp bepaalt hoeveel euro’s/goudstukken/valuta de cycloop bij zich draagt. Ik werp twee keer. Twee keer ontzettend slecht, ik ben absoluut geen lucky charm vanavond. Met twaalfhonderd koperstukken trekt de groep verder, het wordt mij niet in dank afgenomen. Na dit nagelbijtend spannende gevecht vertrek ik huiswaarts, ik schud de spelers, de avonturiers, de helden de hand en hoop dat ze nog veel grootse avonturen zullen beleven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.