Studeeretiquette. Hoe hoort het eigenlijk in de UB?
Met een gehaaste ruk aan de draaideur wordt de onzeker ogende eerstejaars door haar voorganger in onze universiteitsbibliotheek gelanceerd. Ze kijkt beteuterd om haar heen en denkt ongetwijfeld: waar de fuck ben ik beland?
[dropcap]H[/dropcap]oewel deze projectielen voor de wat ervarener UB-gebruikers een bron van broodnodig vermaak zijn, is onze halfslachtige houding tegenover de assertieve draaideurgebruiker zorgwekkend. Tenminste, als we etiquetteguru Amy Groskamp-ten Have in haar gedragsbijbel voor ‘de beschaafde mensch’ mogen geloven, want ‘waar de halfheid haar intrede doet door de achterdeur, daar vluchten de goede vormen aan de voorzijde de ramen uit!’ Deze waarschuwing uit 1940 is ons op de redactie niet in de koude kleren gaan zitten en zij rekent hier voor eens en voor altijd af met de ernstigste uitwassen van de ongemanierdheid van de gemiddelde UB-bezoeker.
Wees om te beginnen een gemanierde liftgebruiker. Dat wil zeggen dat je het ritje voor anderen niet onnodig ophoudt door met een enkeltje eerste verdieping de lift te veranderen in de stoptrein naar Leeuwarden. Vermijd dit zeker als jouw corpulentie buitensporig veel ruimte inneemt en een stukje traplopen dus niet eens zo slecht voor je zou zijn.
Om ruimte te bieden aan deze nieuwe stroom traplopers, moet dat Skypen op de trap ook eens afgelopen zijn. Het aanzicht van het halfnaakte lichaam van dat, vaak Duitse, vriendje is nogal eetlustbedervend voor onschuldige voorbijgangers zonder verliefdheidshormonen.
De UB is sowieso geen plaats voor romantiek. Kijk er naar! Beton en systeemplafond zijn nooit romantisch. Nooit. Dus verliefde stelletjes: get a room! En dan bedoelen wij geen studiekabinet.
Ook het openhouden van deuren is geen romantische geste, noch blijk van een droomcarrière als portier. Het vergemakkelijken van de doorgang voor anderen heeft grenzen. Dus, op een bepaald moment moet de deur van hand wisselen. Zo niet, dan is een bedankje en een fooi op zijn plaats.
De transformatie van kantine naar vuilnisbelt die iedere avond op de vierde verdieping plaatsvindt, is het meest in het oog springende voorbeeld van het collectief gebrek aan manieren. Niemand van ons ziet de vuilstort als ideale werkplaats.
Koffie en de meeste andere vloeibare versnaperingen kun je trouwens prima nuttigen in de studiezalen. Vast eten is stukken problematischer, maar daar is een leidraad voor. Minimaliseer de drie G’s (geur, geluid en gekauw) en dan zit je al snel goed.
Natuurlijk is de kantine dé plaats om wat stoom af te blazen tijdens een dagje geestdodend staren naar dat statistiekboek. Maar met dat verhaal over de kokendhete vrijpartij met die KC’er met een chille pik wil niet iedereen geconfronteerd worden. Zeker niet op de vroege ochtend en zeker niet terwijl JC Treuzel de weg naar de koffieautomaten verspert.
Het blokkeren van ingangen is over het algemeen hinderlijk en onbeschaafd. In het geval van draaideuren is het zelfs levensgevaarlijk. Geef de persoon die met 1400 toeren uit de draaideur slingert dus de ruimte. Soms is het zelfs nodig om slachtofferhulp te verlenen. En welgemanierd mens doet dat ook.
Dat je als lezer het tot het einde van het artikel hebt gehaald, zonder de krant beledigd weg te smijten, getuigt al van goede manieren. Props voor jou en we willen met je verder. Zet jezelf in voor een leefbare UB en breng waar nodig je medestudenten wat mores bij. Zoals Groskamp-ten Have zegt: ‘het hebben van goede manieren is veeleer een kwestie van zijn dan van doen.’ Maak goede manieren tot een deel van jezelf en je komt ongetwijfeld met toevoegingen aan deze alles behalve uitputtende lijst. Ontpop je tot baken van mores in deze duistere tijden van verloedering en bied zeker steun aan hen die het nodig hebben. Desnoods via Whatsapp, Facebook, Snapchat of net wat voor jou de shit is. Als je maar dat irritante toetsenbordtikje op je smartphone uitzet.