Afscheid van het oude Vindicat pand
Een kijkje in de oude sociëteit van Groningens meest beruchte studentenvereniging.
Groningens grootste studentenvereniging Vindicat is verhuisd. Halverwege april gaat het oude pand tegen de vlakte. We maakten van de gelegenheid gebruik om in een fotoreportage vast te leggen wat er achter de normaliter gesloten deuren van dit oude pand te vinden is. Tijdens een rondleiding spraken we met Senatus Rector Marc Boom en Senatus Abactis/Prorector Vivian Mohr.
Bij binnenkomst in het trappenhuis aan de zijkant van het oude pand van Vindicat komt de typerende Vindicatlucht ons al tegemoet. De vervallenheid van het gebouw straalt van alles af. ‘Er zijn al ongeveer tien jaar geen diepte-investeringen meer gedaan in dit gebouw, behalve in de veiligheid’, zegt Vivian. ‘Als je hier nu rondloopt, dan denk je: dit kan bijna niet meer.’ We worden ontvangen in een van de grotere eetzalen in het gebouw en vervolgens worden we door het gebouw rondgeleid.
In het ontwerp voor het nieuwe Mutua Fides is zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen en eisen van de vereniging. Het bestuur vertelt dat de architecten met het ontwerp zo dicht mogelijk bij het oude gebouw zijn gebleven. ‘Het nieuwe gebouw moet zoveel mogelijk de sfeer van het oude gebouw uitademen’, vertelt Marc. Een aantal ruimten in het nieuwe gebouw zien er hetzelfde uit als in het oude gebouw. Er is echter wel rekening gehouden met groei van de vereniging. In het nieuwe pand is er meer ruimte gekomen voor besturen van subverenigingen van Vindicat, zoals tennisvereniging GSTC, die zich eerst in donkere hokken onderin het oude pand bevonden.
Aan de achterkant van het gebouw bevindt zich het zakelijke gedeelte van Vindicat. Kelvin Kasto (Foto 3, links) werkt nu 3,5 jaar voor Vindicat, waar Martin Ridderbos al twaalf jaar een trouwe medewerker is. Vivian vertelt dat een aantal van de financieel en administratief medewerkers hier zelfs al twintig jaar of langer werkt. ‘Zij geven deze vereniging continuïteit mee. Het is heel fijn dat wij ze dingen kunnen vragen over bijvoorbeeld hoe bepaalde dingen de voorgaande jaren werden gedaan.’ Marc zegt erg blij te zijn met de indeling van het nieuwe gebouw wanneer het gaat om het scheiden van de vereniging van het financiële bedrijf van Vindicat. ‘Eindelijk hoeven we niet meer door dat smerige trappenhuis binnen te komen en kunnen we gasten in een nette ruimte ontvangen.’
De rondleiding brengt ons op de eerste verdieping bij een kleinere eetzaal, waar met graffiti allerlei teksten op de muren en het plafond zijn geschreven. Een dubieuze vlek siert een ingelijste afbeelding. Lege containers staan klaar voor de grote verhuizing. Ik vraag of de leden straks in het nieuwe pand op een andere manier met het gebouw moeten omspringen. Marc: ‘ja, het is lastig. Wij verwachten wel van onze leden dat ze zich gewoon normaal gedragen. We vragen ze wel om op een andere manier met het gebouw om te gaan, maar het blijft wel een studentenvereniging. Er kunnen dingen binnen een studentenvereniging die ergens anders niet zouden kunnen, dus dat willen we niet stoppen. Het moet alleen niet langer ten koste gaan van de kwaliteit van het gebouw.’
Bij de verschillende eetzalen horen natuurlijk keukens. In de keukens werken professionele koks die maaltijden bereiden variërend van simpele AVG’tjes tot oesters en kreeft. Tijdens grote diners wordt er tot voor wel 600 man gekookt.
Tijdens zo’n verhuizing moet er zestig jaar aan geschiedenis worden ingepakt. Af en toe komen er dan bijzondere voorwerpen naar boven. Bijvoorbeeld in de leeszaal, volgens Marc een ‘intellectuele schat waar wij ons niet bewust van waren.’ Talloze oude boeken komen naar boven. Vivian vertelt dat de leeszaal vroeger echt diende als bibliotheek en dat ze die functie weer willen herstellen in het nieuwe gebouw. Het moet weer een bibliotheek worden waar leden kunnen studeren.
We dalen vervolgens af naar de kelder waar de biertanks staan, die gezamenlijk een schappelijke voorraad van zo’n 14.000 liter bier huisvesten. We vragen hoeveel liter bier er per jaar daadwerkelijk wordt geschonken op de sociëteit. Marc zegt het niet te weten. Wel heeft het bestuur al een plan wat er met het laatste biertje moet gebeuren. Marc: ‘Het laatste biertje komt in een plexiglazen constructie met ledlampjes eronder en wordt vacuüm gezogen zodat het goed blijft. Vervolgens gaat het een rondje maken door de stad langs alle kroegen. Bij de Drie Gezusters, het Vaatje, overal gaat hij een week achter de bar staan en komt dan uiteindelijk op 21 juni weer in het nieuwe gebouw te staan. En zo komt het laatste biertje van het zevende Mutua Fides weer terug in het achtste Mutua Fides.’
Iemand die ook al jaren onderdeel van het meubilair is, is klusjesman Harry Poelma. Alle leden van Vindicat kennen Harry en groeten hem enthousiast als hij aanwezig is. Hij houdt zich al vijftien jaar bezig met allerlei technische klusjes zoals het repareren van meubels en kroonluchters, maar is ook verantwoordelijk minder leuke klussen zoals het ontstoppen van het riool wanneer het weer eens overstroomt. Toch is hij nog steeds enthousiast: ‘Ik ga hier nooit meer weg, ik heb de allerleukste baan’, aldus Harry.
Aan het einde van de rondleiding hebben we geleerd dat Vindicat een vereniging is waar de oud-leden en personeelsleden ook nog lang blijven hangen, ondanks de hoge circulatie van nieuwe leden, commissies en besturen. Het is interessant om door de oude sociëteit te lopen en een kijkje te nemen in alle zaaltjes, keukens, kelders, trappenhuizen en barren. Uit alles blijkt echter dat het gebouw haar beste tijd heeft gehad en dat het tijd is voor Vindicat om elders verder te gaan.