Rwanda is best wel leuk
[dropcap]W[/dropcap]aar denk je aan als je aan Rwanda denkt? Waarschijnlijk aan de genocide van 1994. Misschien aan oneindige hoeveelheden zand (want Afrika), totale armoede en bedelende kinderen met opgezwollen buikjes van de honger. Voor het International Research by Students Programme zit ik nu met drie andere studenten in Rwanda. Ik verwachtte diefstal, prostitutie, bergen afval en een constant gevoel van onveiligheid. Hallo vooroordelen.
Rwanda is alles wat je er niet van verwacht. Natuurlijk, er zijn bedelaars en schoffies, zakenlui en sjacheraars als in elk land. Maar het land is veel meer dan dat. Rwanda is allereerst een propvol land. In de straten van de hoofdstad Kigali vind je vrouwen in kleurige jurken, studenten met tassen vol boeken en jonge vrouwen die bellend voorbij slenteren. Geslaagde Rwandezen lopen met hun herkenbare zelfverzekerde tred langs straatventers die prepaid-telefoonkaartjes verkopen. Iemand vertelde me eens dat je de geur van Afrika nooit vergeet en dat klopt. Overal in Rwanda ruik je de rook van duizenden haarden, vermengd met het zure zweet van de arbeiders en het zoete parfum van rijkere vrouwen. Op de markten komen daar de geuren van vers fruit, kippen en groenten bij. Buiten de hoofdstad ruikt het naar exotische bloemen in bloei. Rwanda ruikt vandaag naar leven.
Op 7 april herdenkt Rwanda de genocide. Het is dan precies twintig jaar geleden dat Hutu-milities, politieagenten en regeringssoldaten in Kigali de wegen begonnen af te zetten en systematisch de deuren langsgingen om Tutsi’s en gematigde Hutu’s af te slachten. De huiveringwekkende efficiëntie van de slachting werd, zoals de geschiedenis helaas vaker heeft uitgewezen, mogelijk gemaakt door de bureaucratie in het land. Alle gegevens van iedereen werden centraal bewaard. In Rwandese identiteitsbewijzen werd de etniciteit vermeld: Hutu of Tutsi. Leven of dood. Hutu´s die getrouwd waren met gematigde Tutsi´s werden gedwongen hun partners te vermoorden. Kinderen werden gedwongen hun ouders te vermoorden, en ouders hun kinderen. In totaal zouden tussen de vijfhonderdduizend en één miljoen mannen, vrouwen en kinderen sterven. Slechts drie op de tien Tutsi´s in het land overleefden de genocide. Twintig procent van de totale bevolking stierf in honderd dagen tijd.
Een onderzoek wees in 1995 uit dat 97 procent van de overlevenden één of meerdere familieleden is verloren. Nog steeds draagt het overgrote deel van de Rwandezen deze gezamenlijke tragedie met zich mee. Maar Rwanda wil verder. Overal in het land lijken Rwandezen de geschiedenis te willen vergeten en naar de toekomst te kijken. In Kigali worden lemen huizen door bulldozers platgewalst om plaats te maken voor glazen torens. Het land laat indrukwekkende groeicijfers zien, rond de 8 procent per jaar en de corruptie is één van de laagste van Afrika.
In 2005 verbood de regering plastic verpakkingsmateriaal (Femke kan trots op ze zijn), wat het nodige klein leed met zich meebrengt. De papieren tasjes die nu overal gebruikt worden scheuren nog voor je ze oppakt en voor exporteurs is het bijna onmogelijk om aan Europese standaarden voor verpakkingen te voldoen. Maar het heeft er wel toe geleid dat je in Rwanda niet de afvalbergen ziet die andere Afrikaanse landen kenmerken.
De officiële werkloosheid ligt rond de dertig procent. Officieus is dit cijfer waarschijnlijk veel hoger. De lonen in Rwanda zijn namelijk laag (een huishoudster verdient minder dan honderd dollar per maand), waardoor de overheid en bedrijven in staat zijn belachelijk veel mensen in dienst te nemen. In de supermarkt zijn alle kassa’s altijd open, elk met zijn eigen caissière en inpakker. Elke marktkraam heeft minstens drie werknemers. ’s Ochtends rijden vrachtauto’s duizenden agenten en militairen naar hun kruispunt, rotonde of stoplicht en de bermen worden bijgehouden door mannen en vrouwen die met de hand het gras bijplukken.
Een Canadese man die nu twee jaar in Kigali woont vertelde dat er drie Rwanda’s zijn. Ten eerste het fysieke Rwanda. Dit is het land, met haar bossen, steppes, vulkanen en meren. De natie met staatsgrenzen. Dan is er het Rwanda van de vijfsterrenhotels, de ambassades, en de dure restaurants. Dit is het Rwanda waar de Europese expats en Amerikaanse toeristen leven, samen met geslaagde Rwandezen, Japanse investeerders en Chinese zakenlieden. En dan heb je nog het Rwanda van de Rwandezen. Dit is het Rwanda van de drukke overdekte markt in Kimurongo, waar onthoofde kippen op manden van nog levende kippen liggen, tussen afwasmachines en bananen, mango’s, lakens en strijkijzers. Dit is het Rwanda waar je één euro betaalt voor twee ananassen, 60 cent voor een pakje sigaretten en waar de mannen bananenbier drinken (extra gratis tip, niet proberen).
Het is in Rwanda verboden om over etniciteit te praten, wat begrijpelijk is gezien de historie van het land. Officieel zijn er alleen nog Rwandezen, met allemaal dezelfde cultuur, hetzelfde geloof en gedeelde normen en waarden. Maar het voelt als een façade, een fragiele bubbel die elk moment kan imploderen. De regering lijkt de genocide het liefst te negeren, totdat iedereen het vergeten is. Maar of een van boven opgelegde gelijkheid mogelijk is, blijft de vraag. In 2017 zullen weer verkiezingen worden gehouden, maar de populaire (Tutsi) President Paul Kagame is dan niet meer verkiesbaar. Dan zal moeten blijken hoe stevig de opgebouwde democratie is.