Gemeenteraadsverkiezingen: Ook best belangrijk

De gemeenteraadsverkiezingen komen er weer aan. Op 19 maart kunnen jullie allemaal naar de stembus om jullie democratische plicht te vervullen. Maar wat hebben studenten eigenlijk te maken met de gemeente? En waarom zouden ze moeten stemmen als ze toch na vier jaar weer uit de stad zijn? De Studentenkrant sprak met studenten die zich kandidaat hebben gesteld voor de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. We gingen langs bij vier partijen, de PvdA, de VVD, GroenLinks en onze eigen studentenpartij Student en Stad.

Zoals jullie ongetwijfeld niet weten heeft de PvdA negen zetels in de raad, heeft de VVD er zes, hebben GroenLinks en de Stadspartij er ieder vijf en heeft Student en Stad er eentje. Waarom hebben we dan niet met de Stadspartij gepraat? Simpel. Die HATEN studenten, willen ons het liefst verbannen naar een campus buiten de stad en gingen dan ook niet op ons verzoek in. De andere vier gelukkig wel.

GroenLinks

Bij GroenLinks spraken we met kandidaatsraadsleden Rutger Wessels en Femke Folkerts, beiden nog student (hoewel op een iets lager pitje omdat de politieke plicht roept). Bij GroenLinks werden ze redelijk snel overal in meegenomen en mochten ze snel overal over meepraten. Het resultaat is dat Femke op plaats zeven staat op de lijst en Rutger op plaats tien. Hij is tevens campagneleider.

Op de vraag waarom studenten moeten gaan stemmen terwijl ze toch over vier jaar weer uit de stad vertrekken, antwoordt Femke eenvoudigweg dat ‘er ook nog andere mensen zijn in de stad, die hier na die vier jaar nog wel wonen’. Bovendien zijn er volgens haar wel degelijk genoeg voorbeelden waarbij de lokale politiek snel daadwerkelijk dingen kan veranderen. “Buslijn vier bijvoorbeeld, blijft die wel of niet door de Oosterpark rijden? Het gaat soms om de kleine dingen.” Rutger vult aan: “Meer specifiek voor studenten zou je het evenementenbeleid van de stad kunnen noemen. Dat wordt een keer per jaar vastgesteld en daar kunnen we dus echt snel iets in veranderen.”

Een oplossing voor de transportproblemen die de stad teisteren zoeken Femke en Rutger in het spoor en bussen. “Het is natuurlijk jammer dat de tram niet is doorgegaan, maar wat we nu constructief moeten doen is meer gebruik maken van de trein.” Zo zou onder andere Station Noord meer gebruikt kunnen worden, om studenten naar Zernike te brengen. Vanaf daar is het immers een stuk minder ver met de bus dan vanaf het hoofdstation.

Waarom moeten studenten op GroenLinks stemmen? “Omdat wij het beste programma hebben”, grinnikt Femke. Rutger: “We hebben het beste programma voor studenten, tijdens, maar ook na hun studie.”

Student en Stad

Suzanne Klein Schaarsberg van Student en Stad staat ons te woord. Ze studeert internationale betrekkingen en is ook altijd al heel erg geïnteresseerd geweest in politiek, zowel internationaal en nationaal als lokaal. De studie is wel te combineren met de politiek, maar het is wel zwaar. “Ik vind het heel leuk om af en toe in de collegebanken te zitten, maar je moet wel een keuze maken.” Je kunt eigenlijk maar parttime studeren. Ik moet ook nog wat vrije tijd overhouden.” Je leert ook prioriteiten stellen: “Als je weet dat je een tentamen toch niet gaat halen, steek dan je tijd er ook niet in.”

Studenten enthousiast maken om te gaan stemmen, dat zou volgens Suzanne niet zo moeilijk moeten zijn. “Als ik een achttienjarige zou tegenkomen op straat, zou ik ‘m overtuigen door te vragen wat hij voor zijn kamer betaalt. Als hij vindt dat hij teveel betaalt, dan zou ik zeggen: ‘daar kunnen we wat aan doen’. Ervoor zorgen dat de kamerprijs normaal blijft. Zou je willen dat je je biertje niet meer kunt drinken omdat de kroeg om twee uur dichtgaat? Dan moet je stemmen want dat is waar ’t over gaat. Vind je ’t belangrijk dat je je fiets bij ‘t station kwijt kunt? Wil je dat dit gratis is of dat je er 25 euro per maand voor betaalt?” Een probleem van Student en Stad is dat veel studenten landelijk stemmen – ze kiezen de partij waar ze ook landelijk achter staan. Terwijl er op lokaal niveau hele andere zaken spelen. “Er is een hele grote groep die je überhaupt moet interesseren voor gemeenteraadsverkiezingen. Ik denk als we die kunnen bereiken, er zeker veel potentie zit. Als al die dertigduizend studenten in Groningen op ons stemmen hebben we vijftien zetels.”

Concrete dingen die Student en Stad zou willen aanpakken in de stad zijn onder meer huisvesting en vervoer. Neem de vijftienprocentsnorm. “Wij zijn de enige partij die zich daar echt tegen verzet.” Ook noemt Suzanne fietsenstallingen in de stad en lange openingstijden voor de horeca. Zo heeft Student en Stad zich (met succes) verzet tegen de regel dat sportverenigingen nog maar twee uur na afloop van de laatste wedstrijd biertjes mogen tappen.

De kern van Student en Stad is volgens Suzanne dan ook dat de partij ‘op alle thema’s’ voor de student op komt. “Andere partijen hebben misschien incidenteel een punt dat relevant is voor studenten, wij stellen altijd het belang van de student voorop. Daarvoor gaan we onder meer ook in overleg met studenten- en studieverenigingen, om te kijken wat er speelt.”

PvdA

Maarten van der Laan staat op de vijfde plaats voor de Partij van de Arbeid, normaal gesproken dus goed voor een zetel in de raad. Of een functie als gemeenteraadslid te combineren zal zijn met zijn studie filosofie en straks ook rechtsgeleerdheid, weet hij nog niet. “Dat kan ik nu natuurlijk nog niet zeggen.” Maar als het moet wil hij zijn studie wel op een iets lager pitje zetten om zo genoeg tijd te hebben voor zijn werk als raadslid.

Plannen voor de stad heeft de PvdA genoeg. Ze zijn, als het om studenten gaat, gebaseerd op drie pijlers: ‘vervoer, werken en wonen’. “Zo willen wij dat er een ‘fietssnelweg’ komt naar Zernike. Natuurlijk geen echte snelweg, maar een goed fietspad waarop fietsers veilig en snel naar Zernike kunnen fietsen. Ook willen wij proberen de binnenstad nog meer autoluw te maken.” Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan het Broerplein, waar officieel nog wel auto’s mogen komen.

De PvdA wil zich hard maken voor de werkgelegenheid in de stad, zodat studenten ook na hun studie hier kunnen blijven wonen. “Het is natuurlijk wel zo dat de gemeente geen monetair beleid meer kan voeren. Dat kan de Nederlandse overheid inmiddels ook niet meer, daarvoor moet je bij Europa zijn. Maar ik vind wel dat de gemeente moet doen wat ze kan. Een plan dat wij daar bijvoorbeeld voor hebben is de startersbeurs. Jongeren die geen werk kunnen vinden kunnen dan een stageplek krijgen bij een bedrijf, en worden dan betaald door de gemeente. Zo kunnen ze ervaring opdoen en blijven ze toch aan de slag. Zo willen we ze behouden voor de arbeidsmarkt, want als een jongere lang werkloos blijft, gooi je eigenlijk een heel arbeidsleven weg. Die komt nooit meer goed aan de bak.”

Dan wonen. Zo werkt de partij aan project BouwJong: een plan om meer dan zesduizend nieuwe woningen uit de grond te stampen, speciaal voor jongeren en dus studenten. “Wat de PvdA belangrijk vindt, is dat studenten en stadjers samen in de stad kunnen wonen. Daarom is het ook belangrijk dat er wordt bijgebouwd, want de wijken staan op dit moment onder druk en het zijn vooral de stadjes die daaronder lijden. Maar ik denk dat je als student ook graag wilt dat er een prettige sfeer hangt in de buurt. Daarom zetten wij dus in op bijbouwen en meer ruimte creëren.”

Waarom zouden studenten moeten stemmen, zelfs als ze binnen een paar jaar weer gevlogen zijn? “Zoals ik zei, we willen juist graag dat die afgestudeerden hier blijven. Dat gaan we proberen door werkgelegenheid te creëren en met bijvoorbeeld de startersbeurzen.”

VVD

Voor de VVD staat studente Rechtsgeleerdheid Laura Dijkstra op plaats acht. Het gaat er dus om spannen of ze in de raad komt. Op de vraag hoe ze in de politiek is beland, antwoordt ze verrassend: omdat haar vader altijd zeer actief was in de PvdA en ze dus is opgegroeid met ‘politiek’. Echte spanningen levert dat overigens niet op. “Heel soms, als ik voor de grap zeg dat het Dagblad wel een hele rode krant is. Maar het levert vooral hele interessante discussies op.”

Laura ziet een minder actieve rol voor de gemeente weggelegd als het gaat om problemen waar studenten mee kampen. Ze noemt het voorbeeld van de bustijden, die niet helemaal aansluiten bij de tijden van colleges. “Wij kunnen dan als politiek naar de busmaatschappij gaan en zeggen: ‘goh, kan dat nou niet beter.’ Maar uiteindelijk is het aan de busmaatschappij om te bepalen wat ze ermee doen. Ik vind niet dat de politiek alles maar voor mensen moet gaan beslissen. Laat het gewoon aan henzelf over.”

Een ander voorbeeld: de vijftienprocentsnorm. Student en Stad was er tegen, de VVD ook, maar om andere redenen. “Waarom zouden wij voor de mensen moeten gaan bepalen waar ze wel en niet mogen wonen? Ik denk dat er best wat meer ruimte zou mogen komen voor studenten om woningen te kiezen. Nu heb je soms zo’n beperkte keuze en moet je het echt doen met een veel te kleine kamer voor veel te veel geld.” Het afschaffen van de vijftienprocentsnorm zou al een goede stap zijn om wat meer mogelijkheden te creëren. Op andere gebieden, zoals evenementenbeleid, ziet Laura ook een kleinere rol voor de gemeente. “Organiseer het maar.” Wel zal de gemeente er dan bijvoorbeeld voor moeten zorgen dat het veilig is, maar als iemand een feestje wil organiseren, waarom niet?

Tot slot: “Stemmen moet je altijd doen, of het nou op de PvdA is of op de VVD. Je hoort bij de gemeenschap en dus moet je ook je stem laten horen.”