ActueelStad & Universiteit

Anderhalvemeterstudentenleven: Wijn uit pak

Gisteravond dronk ik voor het eerst wijn uit een pak. Niet het melkpak waar de goedkope moezelwijn in zit, maar een kartonnen doos waarmee je uit een plastic kraantje ruim drie liter wijn tapt. Hoewel het nog valt te betwijfelen of we dergelijk bocht ook wijn mogen noemen, maar dat is voer voor andere column.

De hele belevenis van het drinken uit een doos doet wat klinisch aan. Je haalt de doos uit de ijstkast, die daar goed inpast omdat hij is vormgegeven om in zo veel mogelijk ijskasten te passen. Vervolgens peuter je met gynaecologische precisie het kraantje uit de doos. Ten slotte wrik je je hand in de meest onmogelijke houding om de wijn in het glas te laten stromen. Dit hele gedoe zorgt er bij mij voor dat ik de glazen meteen goed vol schenk, om het moment dat ik dit proces moet herhalen zo lang mogelijk uit te stellen. Om nog maar te zwijgen over de aanblik van de doos, die nog het meeste weg heeft van de eerste powerpointcreatie van een kleuter.

Kortom, de hele beleving van het drinken van wijn is verdwenen. Het romantische proces van het ontkurken van de fles tot het walsen van de wijn, is met een commerciële ingreep vermaakt tot de ervaring die nog het meest te vergelijken is met oploskoffie. Het lijkt nergens op en het smaakt nergens naar, maar je hebt wel je cafeïne/alcohol-fix.

Laten wij voorkomen dat ons anderhalvemeterstudentenleven niet wordt gereduceerd tot een dergelijke steriele ervaring, door te kiezen voor creativiteit in plaats van steriliteit. Kleine verenigingen krijgen nu de kans om zichzelf te profileren. Kleinschalige sportverenigingen maken anderhalve meter afstand vaak goed mogelijk, denk aan schermen, tafeltennissen en atletiek. Ook zijn kleinere studentenverenigingen beter in staat om in te spelen op de nieuwe tijd, doordat zij doorgaans meer vierkante meters per lid op hun kroeg hebben. Hoe een bierestafette op anderhalve meter moet, heb ik echter nog niet kunnen bedenken.

Richt je op wat wel kan, in plaats van wat niet meer kan. Dat maakt het studentenleven een stuk mooier. Alles wat kan, zullen we groots en meeslepend vieren. Alles wat niet meer kan, zullen we opnieuw vormgeven zodat het wel weer kan. En laten we alles op alles zetten dat het studentenleven bruisend blijft en niet vervalt tot de belevenis van het drinken van wijn uit een pak.