Ben Hard

Hoe een Examen te Overleven

De muren van Aletta Jacobshal zijn misselijkmakend. De oranje kleuren laten mijn ogen draaien en zetten mijn mag op z’n kop. Het is bijna alsof de zenuwen voor het examen, waar ik natuurlijk niet voor geleerd heb, niet genoeg zijn. Uit gewoonte en nood grijp ik mijn telefoon. Ik kraak mijn nek. Bijt mijn lip. Alles in mijn lichaam protesteert tegen wat er in de komende uren gaat gebeuren. Ik kan bijna de spanning van de nerveuze studenten om mij heen proeven.

Afgeleid open ik Tinder. Het is een laatste vlucht voordat ik antwoorden moeten opschrijven die ik niet weet. Ongeïnteresseerd swipe ik de jongens en meiden naar links. Er is hier niks dat mij kan afleiden. Niks dat aankomende angst draagbaar kan maken. Niks dat een nerveuze, gebroken geest gerust kan stellen. Niks dat -.

Ze is prachtig.

Mijn ogen bestuderen de rooie meid met een gezicht geverfd sproeten. Haar donkere oogpotlood hinten naar een verborgen kink. Haar groene ogen trekken me naar binnen. Haar foto’s vertellen een geheim dat ik wil ontdekken. Misschien is er toch hoop te vinden in een oranje gevangenis. En het gebeurde precies voordat ik naar binnen moet om mijn examen te maken.

Natuurlijk valt het allemaal tegen. De vragen zien eruit als algebra, wat niet erg zou zijn als ik wiskunde studeerde – wat ik niet doe. Mijn lichaam spant zich aan. Vrees is aan het opstapelen. Ik heb verlichting nodig. En wel nu.

Ik vind mijn vlucht in de wc’s. Niet omdat ik zo nodig moest gaan, maar omdat ik een pauze nodig had. Ik moet ontsnappen aan alle spanningen die mijn botten laten schudden. Terwijl ik water in mijn gezicht gooi, hoor ik de deur opengaan. Ik kijk omhoog en zie haar: mijn rooie meid.

“Fuck me.”

Ze lacht om mijn niet subtiele reactie. Haar glimlach verandert haar in een grijnzende vos. De werkelijkheid is nog beter dan de foto’s. Ik denk en alle spanning in mijn lichaam en weet wat ik nodig heb. Ik wil haar, in een wc-hokje – nu. Met trillende knieën, vingers in mijn haar en mijn naam zachtjes neuriënd.  

Ik kijk naar haar terwijl het koude water van de kraan mijn lichaam verkoelt. Ze kijkt terug. Haar zwarte, leren jas maakt haar bleek. Haar lippen zijn donkerrood. Ze doet me denken aan de appel die Eva naar verdoemenis leidde. Alles aan haar smeekt me om een hapje te nemen.

“Heb ik jou niet gezien op Tinder?” Haar stem is rauw en stuurt een rilling over mijn ruggengraat. Ik knik en antwoord met een glimlach: “Ik heb je gematched precies voor mijn examen.” Zie ik der nu blozen? Aangemoedigd ga ik dichterbij staan. Ik draai een lok van haar herfstkleurige haar om mijn vinger. “Je bent echt heel mooi.” Onze ogen staren elkaar aan. Mijn adem trilt. Enkele hartkloppingen nemen we elkaar op. Ik kan de elektriciteit tot onze lichamen voelen.

Durf ik het te doen?

Zachtjes trek ik aan haar zodat ze dichterbij komt. Ze zoent mij voordat ik haar kan zoenen. Ik kan haar vuur proeven. Haar tanden plagen mijn onderlip als ze me de wasbak opduwt. De verborgen kink in al haar foto’s is nu duidelijk zichtbaar.

Ik kus haar terug. Probeer de controle terug te nemen. Maar ze grijpt mijn handen vast en plaatst ze boven mijn hoofd tegen de spiegel. “Laat me,” gromt ze tegen mijn lippen. En ik laat haar als ze mijn polsen loslaat zodat ze mijn legging naar beneden kan duwen.

Mijn verboden appel laat mij kreunen als haar vingers rond mijn klit dansen. Mijn dijen spannen zich aan als ze me de nodige genoten laat voelen. Haar nepnagels krassen zachtjes langs mijn huid wanneer haar vingers naar beneden en binnen glijden. Mijn knieën trillen. Mijn vingers zijn in haar haar. Ik neurie haar naam. En het duurt niet lang totdat ik sterren voor mijn ogen zie dansen.

Ze lacht zachtjes terwijl ze naar me kijkt. Ik hijg, probeer de lucht weer in mijn longen te krijgen. De angst van de examenhal lijkt opeens een stuk dragelijker. Ga er maar vanuit dat mijn nerveuze, gebroken geest gerustgesteld is. 

“Dank je wel daarvoor,” zeg ik als ik mezelf probeer te herstellen. De vos-achtige grijns is terug op haar gezicht. Ze leunt naar mij toe om de lippenstift van mijn lippen af te vegen. “Volgende keer is het jouw beurt,” antwoordt ze voordat ze terug stapt en haar eigen lippenstift corrigeert. Wanneer ze klaar is, knikt ze naar en verdwijnt vervolgens in het oranje.

Terwijl ik opsta van de wasbak probeer ik begrijpen wat er zojuist gebeurd is. Dan besef ik me iets heel naars: er is nog een examen die af moet…