Actueel

Hoogopgeleide vechtsporters deel 2: Wouter Wieringa

Over vechtsporters bestaat vaak het vooroordeel dat ze niet al te best kunnen nadenken en veel agressiviteit in zich hebben. De Studentenkrant sprak met drie hoogopgeleide sporters en kwam er achter dat dit niet het geval hoeft te zijn.
_MG_6822

Naam: Wouter Wieringa
Geboortedatum: 3 februari 1992
Uit: Oude Pekela
Sport: Karate vanaf 12 jaar, goud op open WK 2006 en 2007, zilver op NK 2011.
Opleiding: ALO, sinds 2014 Rechten
Werk: verkoopmedewerker in een kledingzaak

Hoe kom je vanaf de ALO bij Rechten terecht?
‘De ALO is een fantastische opleiding en die heeft me ook gevormd. Ik heb heel veel geleerd: zelfdiscipline, vastberadenheid, doelmatigheid, jezelf kritisch bekijken. Ik wilde altijd heel graag Rechten doen, maar ik kon met mijn HAVO-diploma niet naar de universiteit. Toen ik mijn propedeuse op de ALO had gehaald dacht ik: laat ik het gewoon proberen. Ik ben uit het Nederlands team gestapt om me te kunnen focussen op mijn studie.’

Hoeveel uur besteed je momenteel aan karate en hoeveel aan je studie?
‘Ik doe momenteel heel weinig aan karate, ik merk dat mijn lichaam ook echt ontwenningsverschijnselen heeft. Ik train alleen nog maar op vrijdagavond en zondagochtend, dus maximaal vier uur in de week. Verder studeer ik gewoon iedere dag twee uur.’

Ontwenningsverschijnselen?
‘Ja, de ALO is een heel fysieke opleiding en ik trainde daarnaast ook vijf, zes keer in de week. Dus het is van een hele hoge piek in één keer naar vrijwel niets gegaan. Ik merk gewoon dat ik last heb van mijn enkels en schouders, wat ik daarvoor niet had.’

Kleven er veel vooroordelen aan karate?
‘Ja, de meest uitgekauwde zin die ik hoor is: oh, dus voor jou moeten we uitkijken. Als ik dan vraag waar ze dat dan op baseren weten ze eigenlijk niet goed antwoord te geven. Ik moet zeggen, ik ga qua mindset liever om met vechtsporters dan bijvoorbeeld met voetballers. Bij mij op de ALO zaten veel voetballers en dat waren allemaal haantjes. In het karate heb je dat niet. Op de mat ben je elkaars tegenstander en daarna is het afgelopen. Bij voetbal is het echt: je moet winnen. In het karate is het juist: je moet niet verliezen. Dat klinkt misschien als een open deur, maar het is wel de insteek die de Japanners hebben in hun leven.’

Kun je dat uitleggen, je moet niet verliezen?
‘In Nederland, Amerika en de rest van de westerse wereld krijg je altijd te horen dat je moet winnen. De Japanners zeggen: nee, je moet het slim spelen en niet verliezen. Het gaat meer over scherpzinnigheid: je geest gebruiken om te overwinnen in plaats van met stompzinnigheid.’

Die filosofie staat dus lijnrecht op het vooroordeel dat vechtsporters domme krachten zouden zijn.
‘Ja klopt. Maar je lichaam en geest is één. Mensen met een hoger IQ en zelfbewustzijn zijn beter in bewegen. Dat is wetenschappelijk bewezen. Dat heb ik heel erg vanuit de ALO en mijn stage ervaren. Als ik lesgaf aan kinderen met een HAVO- of VWO-niveau dan hoefde je iets maar één keer uit te leggen en daarna deden ze het. Ik heb ook aan TL en MBO lesgegeven en dan is iets simpels als het opgooien van een volleybal al moeilijk. Je merkt dat er geen connectie is tussen lichaam en geest.’

En hoe gaat het er in karate dan wel echt aan toe?
‘Wat ik deed heet kata, dat is een vrije vorm wat je in je eentje doet. Je laat snelheid zien, kracht, presentatie, balans, precisie en nauwkeurigheid. Daarna heb ik pas het vechten ontwikkeld. Karate komt oorspronkelijk uit een oorlog van Japan tegen China waarbij er geen vuurwapens werden gebruikt, maar alleen stokken en zwaarden. De boeren mochten niets doen, dus ze studeerden een soort gevecht in. Dat weten heel veel mensen niet. De jongere generatie wordt vaak aangetrokken tot karate vanwege het vechten, maar je hebt ook heel veel pientere geesten die kata fantastisch vinden en dat als de meest pure vorm van karate zien.’

Hoe gaat je rechtenstudie je tot nu toe af?
‘Eerst was het moeilijk, maar nu gaat het wel weer goed. Het was compleet anders en erg wennen het eerste halfjaar. Aan motivatie heb ik nooit gebrek, Ik heb in het karate heel veel tegenslagen gehad en ook op het punt gestaan te kappen. Ik dacht: jongens, ik ga wel tennis doen ofzo. Maar karate heeft me veel doorzettingsvermogen gegeven.’

Foto: Marte van der Wal

 

Een gedachte over “Hoogopgeleide vechtsporters deel 2: Wouter Wieringa

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.