Actueel

Hoe een portier zijn nacht beleeft

De portiers zijn de oren en ogen van het Groninger nachtleven. Zij zien het feestende volk aan zich voorbij trekken en houden vanaf hun deuren alles in de gaten. Hoe beleeft een portier zijn nacht en wat hebben zij zien veranderen aan het Groningse uitgaansleven?

 

‘Die adrenaline heb ik gewoon nodig.’

deur
Gert Prins

Gert Prins (42) staat bij zijn vaste deur bij café Het Feest. Het is nog vroeg op de avond. Prins staat wat te dollen met een paar collega’s. ‘Het eerste uurtje is er nooit wat te doen. Tegenwoordig begint alles om één uur, half twee. Rond drie uur beginnen mensen vaak vervelend te doen. Dan moeten wij echt aan het werk.’

Prins is op zijn zeventiende begonnen bij een kroeg in Nunspeet. Inmiddels werkt hij al vijfentwintig jaar als beveiliger in nachtleven. Daarnaast heeft hij zijn eigen beveiligingsbedrijf.

In al zijn jaren heeft Prins de uitgaansavonden in Groningen zien veranderen. Hij ziet bijvoorbeeld dat studenten steeds later de stad in gaan. ‘Mensen moeten tegenwoordig hun studie binnen vier jaar afronden. Vroeger liepen er mensen rond die al negen jaar bezig waren met studeren en die gingen gewoon stappen. De colleges begonnen ook later zodat mensen gewoon op stap konden. Dat is allemaal veranderd. Nu zijn studenten echt nog tot laat bezig met hun studie.’

Prins kijkt vanaf de drempel van Het Feest de Peperstraat in. Omdat het warm is, is er al veel volk op de been. Om de paar minuten groet Prins langslopende bekenden. ‘Negentig procent van het werk is gewoon leuk. Het zijn vooral vriendelijke mensen. Ik heb veel vrienden gemaakt. Maar ook veel vijanden.’

Zo krijgt Prins bijvoorbeeld wel eens te maken met doodsbedreigingen van bezoekers die hij buiten zet. In de vijfentwintig jaar die Prins als beveiliger werkt is er nog nooit zo’n persoon teruggekomen. ‘Maar je moet gewoon op je hoede zijn, het hoeft maar één keer te gebeuren. Als je daar niet tegen kan, moet je dit werk niet doen.’

Prins werkt vier nachten in de week. Hij is dus bij de studentenavonden en de avonden waarop mensen van buiten de stad uitgaan. Wat is het verschil tussen de twee groepen? ‘Studenten kunnen echt lang blijven zeuren als ze buiten worden gezet, want ze willen hun gelijk halen. Mensen van buitenaf kunnen je soms in één keer aanvliegen, maar als je de politie er dan bij haalt, zijn zij vaak weg. De studenten wachten meestal tot de politie er is, want die denken de discussie te kunnen winnen van de agent.’

Ondanks de stressmomenten die Prins’ werk soms met zich meebrengt, zou hij niets anders willen doen. ‘Het is gewoon mijn ding. Ik heb die adrenaline wel een beetje nodig, daar functioneer ik op. Het moet in je zitten om dit werk te doen, want het is echt niet alleen maar leuk en ouwehoeren, je krijgt ook heel veel naar je hoofd.’

 

‘Regelmatig betrap ik mensen met cocaïne.’

 

otto van timmeren
Otto van Timmeren

Otto van Timmeren (56) stopte door de economische crisis met zijn kledingzaak. Inmiddels werkt hij drie jaar als portier bij Klein Amsterdam in de Poelestraat. Hij is een van de oudere portiers van Groningen.

Van Timmeren houdt telkens een schuin oog op de Poelestraat gericht. ‘Ik moet vooral de groepen in de gaten houden. Soms wil de eigenaar grote groepen binnen hebben, en soms ook weer niet. Ik moet inschatten welke groepen leuk zijn en zich goed gedragen.’

Vooral met de studenten kan Van Timmeren goed overweg. De sfeer is volgens hem beter op de studentenavonden. Op de vrijdag- en zaterdagnacht vindt hij het minder gezellig. Dan is er meer agressie. ‘De mensen die in het weekend uitgaan, gaan maar één avond. Die gebruiken alles in één keer. Terwijl studenten regelmatig uitgaan, die hebben daar wat minder last van.’

De donderdagavond is sinds al jaren studentenavond in Groningen. Maar die wordt steeds rustiger, merken de portiers op. Van Timmeren: ‘De druk bij studenten zit er nu meer op. Ze gaan serieuzer met hun studie om, en dat merk je in het uitgaansleven. Al mogen we bij Klein Amsterdam niet klagen, bij ons is de donderdag nog wel goed.’

Als iemand zich agressief gedraagt in het café, moet Van Timmeren erop af. Eerst wordt de persoon in kwestie aangesproken. Gedraagt hij zich nog steeds agressief, dan wordt hij buiten gezet. ‘In 99 procent van de gevallen gaat dat goed’, zegt Van Timmeren. ‘Af en toe gaat het ook helemaal mis.’

Dat ging het bijvoorbeeld twee jaar geleden. Een man maakte binnen ruzie met zijn vriendin en gedroeg zich agressief. Van Timmeren ging eropaf om de man naar buiten te gooien. Hij greep de man en duwde hem naar buiten. Daar werd hij door de man in zijn gezicht gespoten met pepperspray.

Volgens Van Timmeren is de agressie de laatste tijd toegenomen. Hij denk dat dat komt door toenemend cocaïnegebruik. Op de beelden van de beveiligingscamera’s die op de WC’s hangen betrapt hij regelmatig cocaïnesnuivers. Van Timmeren vindt dit zorgelijk. ‘Ik spreek ze ook wel eens bij binnenkomst aan bij de deur, dat het echt heel gevaarlijk is.’

Het is vooral het sociale aspect van het werk dat Van Timmeren leuk vindt aan het portiersleven. ‘Ik vind het leuk om met mensen te praten. Ik zorg voor een stukje veiligheid binnen, zodat mensen plezier beleven. Daar sta ik voor.’

 

‘Iemand die heel groot is heeft eigenlijk al gewonnen.’

 

Op aanraden van bevriende portiers besloot Ianko Vidos (26) dit werk ook te gaan doen. Inmiddels is hij acht jaar portier en

staat hij elke nacht bij feestcafé Shooters. ‘Het voelt niet echt als werk, het is meer een beetje klieren en ouwehoeren.’

Het is één uur ’s nachts op een dinsdagavond. De Peperstraat ligt er verlaten bij. Een zwerver staat bij de snackmuur op een kroket te kauwen. Vidos zit op een kruk in de portiek van de Shooters. ‘Het is doordeweeks een stuk rustiger geworden’, zegt hij. Voor een portier zijn dit de dooie uurtjes.

Ianko Vidos
Ianko Vidos

Vidos is groot van postuur, heeft een kaal hoofd, een baard, tatoeages op zijn arm en draagt een gouden ketting. ‘Een blije eikel’, noemt hij zichzelf. Hij heeft bij vele kroegen en evenementen in de provincie Groningen gewerkt. Maar zijn hart ligt toch het meest bij de uitgaansstraten, de Peperstraat en de Poelestraat. ‘Die zijn natuurlijk het drukst bezocht. Hoe meer mensen er komen, hoe meer leuke dingen je meemaakt, hoe sneller de tijd gaat.’

Per avond zijn er ongeveer drie of vier uitzettingen, vertelt Vidos. Het gros van die mensen wordt naar buiten gegooid omdat ze te dronken zijn. ‘Maar het is niet zo dat ze onder dwang mee moeten, vaak wordt er wel meteen meegelopen. Dan zeggen ze: ‘ja klopt, ik ben lam, ik moet ook naar huis’. Het is niet elke dag een uitzetting waarbij iemand tegenwerkt.’

Mensen die wel tegen Vidos ingaan hebben vaak meer op dan alleen drank. Hij ziet veel feestgangers met MDMA, pillen of cocaïne op. ‘Door de adrenaline zijn ze dan veel agressiever en hebben ze veel meer kracht.’ Soms moet er een tweede portier aan te pas komen om iemand dan de tent uit te werken.

Een goede portier heeft volgens Vidos een vlotte babbel en een goed inschattingsvermogen nodig. Het zijn niet meer de ‘lompe kleerkasten’ van vroeger. Toch is een groot postuur zeker nog van belang, zegt Vidos. ‘Als je heel klein en iel bent zul je altijd je tanden moeten laten zien voor iemand luistert. Je moet iets sneller ingrijpen, iets sneller slaan om de andere partij te laten zien dat hij maar beter niets kan doen. Iemand die heel groot is heeft eigenlijk al gewonnen.’

 

Voor meer verhalen van de portiers: in onderstaand geluidsfragment vertellen Gert Prins en Ianko Vidos over het gekste dat ze hebben meegemaakt tijdens hun werktijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.